Nieuw album van Pronk: ‘Ik heb dan wel een grote bek, maar dat moet je niet verwarren met arrogantie’
LUTTENBERG – ‘Mayonaise’, zo heet de tweede plaat van Pronk, oftewel Arjan Pronk uit Luttenberg. Een echte feelgoodplaat, bruisend van ‘goesting’. Muzikaal ergens tussen de braniepunk van bands als The Stooges en The Cramps, de swingende en hitsige hardrock van AC/DC en de plattelandsrebellie van Normaal. En als we dat aan Arjan Pronk voorleggen, gaat hij er zowaar, weliswaar voorzichtig, mee akkoord. “Daar heeft het wel mee te maken…” Maar verder mag niemand aan zijn liedjes, zijn kindjes, komen. Teveel analyse? Hè gadverdamme, dat heeft wat hem betreft helemaal niks met rock-‘n-roll te maken…
Pronk maakte de plaat in de donkere coronatijd. Zijn vorige band Bökkers was uit elkaar gevallen. Sinds zijn 16e stond hij, zo heeft hij uitgerekend, gemiddeld zo’n honderd keer per jaar op het podium. Met bands als Damaged Brain, Prodigal Sons, 16Down, The Horse Company, (natuurlijk) Bökkers en vele gelegenheidsbands. Jarenlang was hij beroepsmuzikant en ineens… niks meer. Geen alternatief inkomen, geen band, geen optredens. Pronk begon ‘stukkies’ te schrijven, bracht een bundel uit en dook zijn muziekkelder in om nummers te schrijven en op te nemen. Inmiddels werkt hij parttime in de zorg en twee dagen in de week bij de Feestfabriek, de organisatie van de Zwarte Cross. “Op de creatieve afdeling als maniakale ideeënmachine”, zegt hij zelf. “Laatst vroegen ze me nog om allemaal kreten te verzinnen. Precies hoe mijn brein werkt.” Hij noemt er meteen een stuk of tien op. Eentje blijft er in het bijzonder hangen: ‘Rock-‘n-roll is dood voor diegenen die het verdienen’. Want ‘Mayonaise’ laat horen dat rock-‘n-roll helemaal niet dood is. Je moet tegenwoordig misschien alleen wat beter zoeken. “Ik hoor mezelf vaak zeggen dat er te weinig mayonaise is”, zegt hij over de titel van de plaat. “Het is tegenwoordig allemaal eenheidsworst. Mainstreamköttels voor mainstreamtrutten. Over de rock-‘n-roll en het leven mag wel wat meer mayonaise. Ik heb een tijd geleden thuis een tube mayonaise leeggespoten op tafel. En daarmee het woord mayonaise geschreven. Daar heb ik een foto van gemaakt. En dat is de hoes van de plaat geworden. Het was een achteloze actie. Nu hoor ik mensen zeggen dat het wel Warhol lijkt. Maar het is een goed en krachtig beeld. Net als de banaan van Warhol op de plaat van de Velvet Underground en de rits van de Stones.”
Hatsikidee
‘Mayonaise’ is volgens hem zelf vooral een feestelijke plaat; een ‘fuck you corona’-album met weinig pretentieuze teksten over bier, vrouwen en los gaan. “Er zit ontzettend veel uitbraakzin en drang, goesting, in; een plaat zonder concessies. Het is niks hoogdravends, maar van je hatsikidee! Het lijkt alsof de meeste bands een beetje vies zijn geworden van rock-‘n-roll. Maar je mag best uitvergroten en compleet schijt hebben.”
Pronk nam Mayonaise grotendeels in zijn eentje op. Zelf verzorgde hij de meeste zang-, bas- en gitaarpartijen. Henk (Jonkers, de vroegere drummer van Fatal Flowers, thans ook in Hallo Venray) zat achter het drumstel. Dion Legebeke (The Damned Few) zorgde voor de vrouwelijke vocalen en daarnaast waren er nog enkele jonge honden, waaronder Sam Pols (Magnetic Spacemen) die ook enkele muzikale bijdragen leverden. Voor zijn optredens mag Pronk rekenen op een vijver vol bevriende muzikanten, waaronder de eerder genoemde Jonkers en Pols, bassist Gerben Bielderman en gitarist Erwin Wuite. En natuurlijk Dion. Maar ook de mannen van Money & The Man en zijn oude Bökkers-bandmaat Jeroen Hobert zitten klaar om, mocht dat nodig zijn, in te vallen.
Meezingers
Hij maakt het zichzelf niet gemakkelijk. Want voor een deel van de fans van bijvoorbeeld Bökkers zal de plaat te ‘weird’ zijn. Als we hem dat voorleggen, brandt hij weer Pronkiaans los. “Ik heb geen fuck te maken met Bökkers-fans. Ik ga niemand pleasen. Ik denk dat het ook nog wel meevalt, want het zijn allemaal nummers ramvol meezingrefreinen. Want je kunt nog zo’n gelikte commerciële plaat willen uitbrengen, als er geen meezingers op staan, heb je er geen zak aan. De vuist mag wel in de lucht.” En terwijl hij kauwt op een beschuit met kaas (en daardoor even minder goed verstaanbaar is) zegt hij iets als: “Aan de zak krabben doe je maar bij Kensington…”
Maaskantje
De eerste liveoptredens heeft hij inmiddels weer gehad. Voor hem best even wennen. Want zingen is nog steeds redelijk nieuw, maar hij heeft er ook nog eens voor gekozen om live geen instrument meer in handen te nemen. Te lastig, hij wil zich kunnen concentreren op zijn stem en het feestje. Op het programma staan onder andere optredens in Eureka (donderdag 7 juli), de Zwarte Cross en Dicky Woodstock. De reacties van het publiek, waar ze ook optreden, zijn in elk geval positief. “We stonden tijdens Koningsdag in de tuin van het Burgerweeshuis in Deventer. Daar speelde voor ons ook een Amsterdamse band. Ik sprak die lui na afloop. Ze vonden het te gek.” Hij begint te lachen. “Ze noemden het ‘provinciale trailerparktrash meets Maaskantje’.”
We vragen hem naar de plannen voor het komende jaar. “Je kunt in de muziek geen jarenplan maken. Ik weet niet wat er gaat gebeuren, hoe de plaat wordt opgepakt… We doen niet aan marketing. Muziek is gelukkig geen sport. En gelukkig heeft wat ik doe ook niks meer met Bökkers te maken. Ik wil geen knieval doen naar de radio, ik ga geen poging doen tot BN’erschap. Reten uitlikken, dat doe ik in de hel wel.”
Aorta
Hij moet lachen om zijn eigen woorden… “Weet je, ik heb dan wel een grote bek, maar dat moet je niet verwarren met arrogantie. Natuurlijk hoop ik dat ik totdat ik de pijp uitga stug door kan gaan met eigen platen maken. Of dat nou is met Pronk of met The Horse Company (die band repeteert weer, red.). Muziek is voor mij toch een soort aorta. Maar ik mag dan wel uit een succesvolle band komen, dat is geen enkele garantie voor de toekomst. Ik begin eigenlijk volledig opnieuw. Misschien dat ik wel een betere muzikant ben geworden en door al die jaren ervaring een groter netwerk opgebouwd heb, ik krijg bijvoorbeeld hulp van Frank Satink en Wilfried Dammen, oude vrienden die je niks wijs kunt maken, maar ook dat zegt niet alles. Ik maak me echt geen illusies over de toekomst. Ik zie wel. Muziek zet je telkens weer met beide benen op de grond. Verbeeld je maar niks… Maar ik zie er wel enorm naar uit om al die onstuimigheid van ‘Mayonaise’ de komende tijd de wereld in te donderen…”
Foto: Arjan Pronk te midden van een deel van zijn muzikale vijver.