De gemeente Raalte beschikt dus over een uitgebreid ‘maaibeleid’. Van elk stukje gemeentelijk groen staat op de officiële ‘maaikaart’, zo heet die echt op de gemeentesite, precies genoteerd of dat stukje 1, 2, 4 of 25 keer per jaar gemaaid wordt. En dan ook nog in twee varianten; met of zonder afvoer van het maaisel. Knap ingewikkeld lijkt mij persoonlijk.
Dat ik het nu weet, is te danken aan vragen van GroenLinks-raadslid Ralph Mulders. In zijn door de kiezers in maart niet beloonde strijd voor een groener Raalte stelde hij in april vragen aan B en W over de landelijke actie ‘Maai Mei Niet’. Briljant gevonden die naam trouwens. Het gaat daarbij om aandacht voor een maaibeleid dat de biodiversiteit ten goede komt. Maaibeleid waar zeg maar de groene helft van Raalte (en ook de wilde kruiden, vogels, bijen, vlinders en andere insecten) enthousiast over is en de andere helft regelmatig over moppert in de trant van ‘Dat onderhoud van het openbare groen lijkt tegenwoordig toch helemaal nergens meer op’.
In ieder geval hebben we dus een zeer uitgebreid maaibeleid, zo blijkt uit de reactie van het inmiddels oude college van B en W. Dat antwoord was bewust of onbewust gedateerd op de allerlaatste dag van mei, dus echt meedoen aan die actie ‘Maai Mei Niet’, zoals Ralph wilde, zat er niet meer in.
Persoonlijk mag ik wat ruiger openbaar groen graag zien, dat lijkt namelijk veel op mijn eigen tuin. Sinds iemand me die naam gaf, noem ik dat met gepaste trots een groene verwilderingstuin. Helaas blijken mijn speciale klimaardbeien (volgens de advertentie dan) nu ernstig last van hoogtevrees te hebben.
Als ik dan eens weer niet in mijn tuin werk, dat hoeft niet echt bij een verwilderingstuin, vraag ik me wel eens af of we als maatschappij niet doorschieten met zo’n speciaal maaibeleid. Met allerlei gevolgen. Neem het trapveldje, formaat handbalveld met twee doeltjes, hier dichtbij in de Natuurtuin van Raalte-zuid. Het werd niet heel vaak gebruikt en dan meestal door vaders met kinderen om een balletje te trappen. Inderdaad, nog steeds vooral vaders maar het balletje trappen gebeurt nu zowel met zoons als met dochters, dus ook in Salland is de emancipatie merkbaar.
De kwaliteit van de grasmat was redelijk, afgezien van het werk van nijvere mollen, maar dat is tenslotte ook biodiversiteit. Eigenlijk was die grasmat beter dan van veel knollenvelden tijdens mijn vroegere gloriejaren in de laagste voetbalteams zoals Rohda-13. Toch vond de gemeente het nodig om die grasmat te vervangen. Dat stond vast zo ergens aangegeven in het maaibeleid.
Veel tijd, energie en werk dus met ploegen en egaliseren, waarna er gras ingezaaid werd. Helaas bleef het toen prompt ruim drie weken droog, dat stond niet in het maaibeleid. Later kwam de regen en kwam het nieuwe gras heel voorzichtig op. Het is nu een soort grasmat met groene grasstrepen en daar tussen bruine plekken. Misschien groeien die nog dicht, maar echt beter dan het was zal het niet worden.
Op een filosofisch moment tijdens het uitlaten van de hond dacht ik dat die hele gang van zaken eigenlijk typerend is voor veel overheidsbeleid in deze tijden; er zijn goede bedoelingen, er wordt heel veel tijd en geld aan de uitvoering besteed en dan blijkt, laten we positief blijven, het resultaat ongeveer hetzelfde. Dat is dus een mooie definitie voor modern beleid.