Een aanrader, zo’n weekje mini-vakantie in het Limburgse Heuvelland in het dorpje Vijlen. De dialectnaam ‘Viele’ staat op de officiële plaatsnaamborden direct onder de Nederlandse naam. Goed idee wel; ook hier borden met Wijhe-Wieje, Raalte-Roalte en ga zo maar door. Onze gastheer V. is een oud-collega van het vroegere Radio Oost die de overstap van media naar horeca heeft gemaakt. Meestal blijft het bij bezoeken van media aan de horeca.
V. is een geboren en getogen Deventernaar, dus een Sallander. Samen met echtgenote M. heeft hij in Viele de afgelopen veertien jaar het succesvolle hotel-restaurant Cuba Libre opgezet. Zeer de moeite van een bezoek waard. Hun eigen IPA-bier ‘El Rebelde’ is geweldig. Maar, zo vertelde deze Sallander, nog steeds wordt hij door sommige dorpsgenoten ‘eine Hollenjer’ genoemd, een Hollander dus.
Ik vond dat merkwaardig, Salland kun je toch geen Noord- of Zuid-Holland noemen. Na een bericht van mij hierover op Facebook reageerde een andere Limburgse oud-collega G. dat het echt zo is; “Iedereen buiten Limburg is ‘eine Hollenjer’ nadat Limburg in 1830 heeft meegedaan met de Belgische opstand tegen de ‘Hollandse’ overheersing….” En een andere Limburgse oud-collega vroeg zich af wie 450 jaar geleden de echte tiran was; Filips de Tweede of Willem van Oranje, toen het over 1 april en de watergeuzen van Brielle ging. Met dank aan de president van Oekraïne die dit feit in herinnering bracht.
Dat zette me aan het denken; hoe denken we hier in Salland eigenlijk over nieuwkomers? Eerlijk gezegd, ik ben zelf een immigrant (wel lang geleden) en dus een ‘vrömde’ maar ik heb nooit iets gemerkt van tegenstand, antipathie of een lichte weerzin tegen nieuwkomers van buiten Salland. In de vele clubs, verenigingen en organisaties zie ik Sallanders van de tiende generatie perfect samenwerken met nieuwkomers die hier een paar jaar geleden zijn komen wonen of werken. Nooit een probleem. Ik weet toevallig dat de Raalter Stöppelkaters al drie Prinsen van Friese bloede hebben gehad. In Luttenberg is Henri Brookson nog altijd een held hoewel die overduidelijk geen geboren Sallander is. En bij het inladen van twee grote trucks met hulpgoederen voor Oekraïne zaterdagmiddag in Raalte, een ongelooflijk resultaat, zag ik tientallen vrijwilligers met en zonder puur Sallands bloed broederlijk samenwerken.
Er is wel een uitzondering op die regel van een gemoedelijke ontvangst. Als nieuwkomer in een Sallands dorp of bij een club of vereniging moet je niet vanaf het begin gaan roepen dat het allemaal anders en vooral beter kan en moet. En dat jij de aangewezen man of vrouw bent om dat te doen.
Ik heb het wel eens gezien, ik ben zelf ook maar een afwachtende dorpeling uit de polders. Vooral hoofdstedelingen -maar niet alleen zij – hebben soms de neiging om zich bij hun komst meteen luidkeels te laten horen. Alleen, dan komt de Sallander in verzet, dat pikt hij niet. Eerst bij de voetbalclub maar eens een jaartje bardienst draaien of oud papier ophalen, bij het tentfeest de muntenkassa bezetten of helpen opbouwen, daarna vragen wij jou zelf wel om voorzitter van de hele toko te worden, dat is de Sallandse gang van zaken. Wat mij betreft vriendelijker, maar ook beter voor alles en iedereen dan de gang van zaken in die verder zo fraaie provincie down under.