Gerrit en Pietje Velthuis: ‘We gaan hier niet achter een rollator lopen, daar passen we voor’
WIJHE – Ze kunnen er niet meer onderuit: ze gaan golfen met een stel stamgasten. Gerrit en Pietje Velthuis uit Wijhe krijgen er namelijk zo meteen tijd voor. Na 30 april dragen ze de sleutels van Café ’t Praothuus over aan nieuwe exploitanten Kevin Visser en Kimberly Holterman. Daarmee komt voor Gerrit en Pietje een einde aan de 43 jaar dat ze de scepter over het café zwaaiden.
“Gerrit en ik kennen elkaar al sinds de lagere school”, vertelt Pietje. “Ik weet nog dat een leraar op de middelbare school vroeg wat we wilden gaan doen. Bijna iedereen ging studeren. Gerrit zei dat hij ober wilde worden en een eigen bruin café wilde hebben. Ik zei dat ik druiven wilde gaan plukken in Frankrijk. De hele klas lachen natuurlijk.” Maar Gerrit hield vast aan zijn droom. “’t Praothuus heette eerder Café Schut”, vertelt hij. “Ik kwam er al vanaf mijn 15-de. Klaverjassen, elke vrijdag. Toen de eigenaar in 1975 verongelukte, ging zijn vrouw nog vier jaar in haar eentje verder, maar daarna besloot ze de kroeg te verkopen. En ik kreeg het geld bij elkaar.” Pietje: “Gerrit kwam bij me: ‘Ik heb een café gekocht’. Ik geloofde hem eerst niet eens. Hij maakt wel vaker grapjes. Hij vroeg of ik wilde komen helpen. En bleef daarover zeuren. Mijn ouders hadden ook een kroeg in Wijhe en daar had ik al wat ervaring opgedaan. Uiteindelijk zei ik hem toe dat ik dan wel een tijdje voor hem aan de slag wilde, maar daarna de wijde wereld in zou gaan. Maar na drie weken woonde ik al bij Gerrit in… Ik had toen trouwens al wel druiven geplukt in Frankrijk. Samen met een vriendin heb ik daar negen maand rondgezworven.”
Hoogtepunten genoeg. Gerrit stipt de geboorte van hun kinderen aan. Pietje begint meteen over de gezelligheid. “Ook nooit echt grote trammelant gehad hier. En dan Koningsdag natuurlijk, de gezelligste dag van het jaar. En de Diekdaegen als er veel oude Wijhenaren terugkomen. En de nieuwjaarsreceptie. Alle klanten met meer dan veertig barkrukuren mochten op 1 januari gratis drinken tussen vier en acht. Dat was altijd een groot feest. Daar is ook de traditie ontstaan om te proberen om met zoveel mogelijk mensen tegelijk op het biljart te staan. Het record staat op dik veertig, misschien wel vijftig…” Gerrit: “Het bezoek van koningin Beatrix en het Koninklijk Huis aan Wijhe op Koninginnedag in 2003 was voor mij ook een hoogtepunt. Vanuit de horeca zat ik in de organisatie. Later bleek dat Máxima op dat moment al zwanger was. Heel bijzonder. En wat ik ook altijd leuk vind: op maandagavond hebben we hier al jarenlang een biljartclubje. Eigenlijk is het meer een vriendengroep dan een club. Ze noemen zich de Amstel Jeugd. De jongste is denk ik begin 50. Dat was altijd supergezellig. We gingen ook samen weekendjes weg. Eerst nog in een grote legertent, maar daarna in huisjes.”
Moeilijkere tijden
Maar ook waren er moeilijkere tijden. Gerrit: “Toen Tonny de Oranjerie hiertegenover overnam, ging hij verbouwen. Het werd allemaal veel moderner. Dat hebben we gemerkt. Gelukkig bleven aardig wat vaste klanten ons trouw, maar de jeugd bleef toen een tijdje weg.” Maar daarover bestaan verder geen ‘hard feelings’. Ze werkten, zo benadrukken ze, altijd zeer prettig samen met de andere horecaondernemers aan de Langstraat. Tijdens Longstreetpop bijvoorbeeld. Daarbij bundelden meerdere kroegen jarenlang hun krachten. Allemaal programmeerden ze een of meerdere bandjes. Pietje: “Dat hebben we tien jaar gedaan. Maar op een gegeven moment was het opgebrand… Maar als we dan hadden opgeruimd gingen we met al het personeel bij de Oranjerie, de Slinger of de Sallandse Kamer nazitten. Iedereen erbij. Dan werd het laat en heel gezellig…”
Gerrit: “En ik herinner me de MKZ-crisis. Koninginnedag moest toen worden afgelast. Heel veel boeren werden daardoor getroffen.” Pietje: “Heel triest, al die vrachtwagens die je zag rijden die vol zaten met vee dat werd afgevoerd. Corona was ook niet gemakkelijk. We moesten de hele tijd politieagent spelen. Ik weet nog dat het hier tijdens Diekdaegen helemaal vol zat. Anderhalve meter afstand houden, lukte echt niet. De politie belde. Uiteindelijk hebben we zelf besloten om eerder te sluiten. Dat hoefde echt niet van de politie, maar het was voor ons niet te handhaven.”
Vrijheid
De invoering van het rookverbod was ook lastig, herinnert Pietje zich. “Er zijn hier klanten kwaad weggelopen omdat ze binnen niet meer mochten roken. We waren er inderdaad ook af en toe therapeut bij. Gerrit nam klanten die teveel gokten wel eens mee naar de keuken om ze voor de gevaren te waarschuwen. Bij mij kwamen ze meer voor liefdesverdriet. Er zijn hier heel veel verschillende relaties ontstaan. Ook van stamgasten van wie de kinderen hier nu ook weer komen.”
Het besluit om te stoppen namen ze vorig jaar. Gerrit: “Maar we waren er voor corona al voorzichtig mee bezig.” Pietje: “Gerrit is nu 67 en ik net 68. Mijn rug wil niet meer en Gerrits knieën worden ook minder. We gaan hier niet achter een rollator lopen, daar passen we voor. Wat ook meespeelde was dat we in de coronatijd konden proeven aan de vrijheid.” Gerrit: “Maar toen konden we de kroeg moeilijk overdoen. Dat kun je een nieuwe ondernemer niet aandoen. Nu loopt het hier weer best goed. De voetbal komt hier, de handbal en ook aardig wat jeugd. Of ik de aard van de jeugd heb zien veranderen? Nou, ’t zijn niet meer van die bolderkalveren als vroeger…”
Uitzwaaifeest
Kevin was een logische overnamekandidaat. Gerrit: “Hij heeft al jarenlang ervaring in de horeca. Als hij hier als gast binnenkwam en het druk was, hielp hij regelmatig mee.” Pietje: “Wij vonden ook dat dit een café moest blijven. We hadden het ook kunnen verkopen aan een projectontwikkelaar… De cafégeschiedenis gaat zo ver terug. We hebben papieren uit 1892 waarin staat dat de weduwe Bredewold het pand met tapkast verkocht. Voor die tijd was het een koopmanshuis met overnachtingsmogelijkheden. Een pleisterplaats voor de Hanzeroute.”
Gerrit en Pietje houden op zaterdag 30 april een uitzwaaifeest. “We noemen het geen afscheid”, zegt Pietje. “Dat klinkt dan alsof je dood gaat, dat je in een kist ligt.” Gerrit (droog): “Dat kan dan natuurlijk ook nog…” Maar, zo benadrukken ze, van een afscheid is ook nog geen sprake. Ze zijn van plan om, mocht dat nodig zijn, nog wel eens bij te springen. En in de wintermaanden moet dat biljartclubje op maandag ook door. Dan nemen ze graag de honneurs waar. “We wonen nu nog boven het café, maar binnenkort krijgen we een woning elders in Wijhe. Vlakbij een stamgast. Hij zei al: ‘Dan kunnen we mooi met ons drieën naar huis lopen’.”