“Geniet u ook zo van de natuur? Zo hoort het landschap te zijn. Hier geen zonnepanelen.” Dat stond op een bord in de wei toen we laatst met ons zoontje een stuk gingen fietsen. Ik voelde niet echt mee met de maker van het bord. Integendeel. Ik werd er een beetje moedeloos van. We willen met ons allen van alles, maar tegelijkertijd willen we niets.
Geen positieve column aan het begin van 2022, Evers? Nee, sorry. Die hele not in my backyard-mentaliteit begint me een beetje de keel uit de hangen. We willen wel de hele dag energie verbruiken met onze kerstlampjes, flatscreens en warmtepompen, maar als die energie ergens vandaan moet komen staan we op onze achterste benen.
“Geen windmolens op het land, want dat ziet er niet uit. Geen windmolens op zee, want dat is zielig voor de vissen. Geen zonnepanelen in weilanden, want dat ontsiert het landschap.” Wat een gezanik allemaal. Ik reed laatst naar Almere en zag kilometers lang alleen maar gras. Waar bovendien bijna geen koe meer staat omdat die te veel scheten laten.
Nederland bestaat nog steeds voor ongeveer de helft uit weiland. En ondertussen klagen we steen en been over de woningmarkt. Ik zeg: koop een deel van de boeren uit en knal die weilanden vol met huizen. En zonnepanelen, want de mensen in die huizen willen natuurlijk wel lekker veel energie slurpen met hun kerstlampjes, flatscreens en warmtepompen.
Kunnen we wel weilanden en dieren missen? Tuurlijk wel. In Frankrijk hebben ze bijvoorbeeld in verhouding veel minder vee en dan hier. En daar vinden we het allemaal prima toeven toch? Gezien de massale jaarlijkse zomeruittocht met onze caravans. Zo, stikstofdossier, duurzaamheidsagenda en woningcrisis in één klap afgevinkt en opgelost. Nog andere problemen?
Zo is t precies! Kleinzielig kortzichtig eigenbelang al die spandoeken. Boerenland is geen natuur, integendeel. Over een paar jaar hebben hun kinderen last van overstromingen afgewisseld met record droogtes. Wat zullen ze dan van hun “natuur” genieten.