Ik dacht bij mezelf: ‘Nu heb je de bok aan het drieten, Gerlant’. Het is tijdens een van mijn vele omzwervingen en verkenningen in Salland van het afgelopen jaar als een boswachter tegen mij zegt: ‘Als je het goed beschouwt, hebben we nog maar een weidevogel waarmee het veel te goed gaat, is het hele weidevogelbeheer achterhaald en zouden we er direct mee moeten stoppen’. Als ik flabbergasted doorvraag, legt hij uit dat de grutto, kievit en tureluur vogels zijn die in het landschap van vijftig jaar geleden konden gedijen, maar er in het landschap van nu geen plek voor ze is.
‘Ganzen; hij moet de ganzen bedoelen’, flitst er door me heen. Van die strontfabrieken hebben we er inderdaad zat. De kleigaten in Windesheim, op de Marslanden in Zwolle; je kan nergens meer komen of die exoten, de Canadese, de Nijlvariant en noem ze maar op, lopen er gewoon rond. Flabbergasted want ik weet dat hij weet dat ik vroeg of laat de bok bij de horens vat. In gedachten vloog ik door mijn achtertuin Lierderbroek, waar Edwin, Gerrit, Gerbert, Derkjan, Marcel, Bertwin en noem ze allemaal maar op machtig druk zijn met weidevogelbeheer. Dweilen met de kraan open, want er is geen predatiebeheer. Vossen, steenmarters en ooievaars hebben vrij spel. Het onderwerp is elk voorjaar weer goed voor heel wat tranentrekkende nieuwsartikelen en nu krijg ik dit.
Een jaar of vijftien geleden belde een van hen mij eens geagiteerd. Ik had als bestuurslid van PB hier in Zuthem een oproep aan de inwoners geplaatst om zich te melden als men een plek voor een ooievaarsnest had. Dat was een wens vanuit het dorp. Waar ik mee bezig was, kwam het in het kort op neer. Zij druk met de weidevogelbescherming en wij aan de andere kant van de spoorbaan die beesten faciliteren zodat hun weilanden veranderden in een snackbar voor de ooievaar. Ik kon me zelf wel voor de kop slaan en Zuthem heeft nooit meer dan de twee ooievaarsnesten gekregen die er al waren.
Schudder
Sinds die tijd kijk ik met nog meer bewondering naar hun werk, maar als ik in het voorjaar op de trekker stap om te gaan helpen met de grasoogst en zie wat er gedaan moet worden voor een paar centen dan twijfel ik ook wel eens. Dat gebeurt dan wanneer de vrijwilligers de nesten gemarkeerd hebben; er met het maaien grote hoeken rond het nest zijn blijven staan, zodat Reintje de vos precies weet waar hij moet zijn en ik er met de schudder langs moet, wat dan niet past. Het ding is dan te breed en ik moet met de wielen door de greppel hopende dat de schudder niet kapot gaat. Dan heb ik wel eens de neiging om in gedachten de middelvinger op te steken en gas te geven. Daarom wordt mij elk voorjaar op een nette manier de broek op geknoopt voor ik op de trekker stap. Ook zij weten net als de boswachter dat deze cynische kloot er vroeg of laat de kop tegenin gooit, maar nooit zolang hij bij hun aan het werk is en de opdracht duidelijk is. Want types zoals ik houd je altijd, maar we moeten het uiteindelijk samen doen. De discussie met de natuurman ging verder en dieper, waarbij wederom, hij was er deze zomer een van de velen, duidelijk werd dat we veel meer samen hadden dan dat er tegenstellingen waren. Maar dan moet je man en paard wel durven noemen.
Bij de horens
Daarom is het mooi om onze gezamenlijke inzet, ieder voor zich met (in)directe lijntjes vanuit Salland richting Den Haag, terug te zien in het coalitieakkoord. De focus die ligt op de Gebieds Gerichte Aanpak (GGA) is niet uit de lucht komen vallen, waarbij ik nadrukkelijk de rol van ons Overijsselse college benadrukken wil. Zonder hen had er een ander coalitieakkoord gelegen. Nu moeten wij er nog het beste van maken. In Salland gaat ons dat lukken, over de andere vijf GGA-gebieden in Overijssel heb ik mijn twijfels. Het lijkt erop, zo blijkt uit al mijn rondzwervingen in de provincie, dat men daar niemand heeft die de koe, of was het nu de bok, bij de horens durft te pakken. Je moet je over jezelf heen kunnen zetten. Samenwerken, meedoen en niet met de vinger wijzen. Niet zoals een boer in Twente die mij verongelijkt appte nadat ik hem via Twitter commentaar had gegeven: ‘Maar we doen hier met een groepje boeren al zoveel’.
Groepsoverstijgend
Het probleem is dat er binnen de GGA-gebieden geen ruimte is voor groepjes, maar we veel breder, groepsoverstijgend aan bak zullen moeten. Net als dat ik, als LTO-lid, op een gegeven moment tegen Sjaak van der Tak (de voorzitter van de LTO) en zijn lobby ben in gegaan. We doen in Overijssel niet aan generiek beleid en wat we doen, doen we samen, was daarbij mijn drijfveer. U dus, ik, de boswachter en die boer in Twente. Ik zal op de koffie-uitnodiging van de boer ingaan.
De GGA wordt de uitdaging voor het komende jaar. Salland inrichten voor de toekomst. Met elkaar afspreken: waar gaan we voedsel verbouwen, waar doen we recreatie, waar hebben we natuur? En waar hebben we plek voor weidevogels? Als het aan mij ligt, ga ik in 2023 gewoon rechtdoor met de schudder, maar gelukkig ga ik daar niet alleen over en is de eigenaar/gebruiker van de grond daar zelf bij en de baas.
Andere weg
De reactie van Van der Tak op het coalitieakkoord dat hij financiële onderbouwing miste? Hij heeft een uitnodiging in de app gehad, maar dacht die te kunnen negeren. Dan krijg je dus dat Sallandse jochies gezamenlijk plannen maken en een andere weg gaan fietsen. Daarover later misschien meer. Steek die maar in je zak. In Salland doen we alles samen.
(Of ik eens een onderwerp wilde pakken van het afgelopen jaar wat geen nieuws geworden was, werd mij gevraagd. Ik dacht: laat ik eens knallend het jaar uit gaan.) Tot volgend jaar!
Gerlant@regiobode.nl