“Ja, wij hebben een keigoede burgemeester en ja, hij is van GroenLinks en ja, hij is de beste ambassadeur die de boeren in Salland in decades hebben gehad. Ze mogen hem van mij direct minister van landbouw maken, maar hij moet nu wel voor z’n boeren aan de bak.” Ik hoor het mezelf zeggen.
M’n hele leven heb ik in principe in agrarisch Salland gewoond op enkele (korte) uitstapjes in de wereld na. Ik heb tegenwoordig, na m’n scheiding twee jaar terug, een vrienden- en kennissenkring in Zwolle- zuid, een bewuste keuze. In mijn hart blijf ik natuurlijk altijd die boerenlul uit Salland en verloochen ik mijn afkomst niet, maar het is voor mij een gewaarwording, een ervaring en een spiegel om me in de privésfeer tussen doctoren, laboranten, accountants, advocaten en noem maar te begeven. Zij laten mijn hersenen kraken.
Een barbecue om de vakantie af te sluiten. Als de koffie op is worden de eerste wijntjes, port, sherry en voor mij een biertje geschonken. Er wordt volop gekakeld en ik doe volop mee. Ik word daar steeds beter in om met die knapen mee te praten. Mijn telefoon interrumpeert indringend. “Shit”, denk ik, “vergeten op stil te zetten”, dus ik pak aan. Het gaat over het vervoersverbod voor pluimvee in gebied ‘Heeten’, dus ik luister even, zeg wat terug en maak duidelijk waar ik ben. De tuinen aan de goudkust van Zuid zijn best groot, maar op een feestje is er nooit geen ruimte voor een rustig telefoongesprek.
Als ik uitgebeld ben en weer uit mijn mobile wereld kom, val ik middenin een discussie van bollebozen over het type H5 of H7 en Pathogene Aviaire Influenza (HPAI; laag pathogene en hoog pathogene besmettingen) en over industriële dierhouderij en veganisme. De eerste flarden van mijn telefoongesprek hebben ze op een onderwerp gezet. Het voorbij gaan aan de menselijke maat vind ik altijd schokkend in de gesprekken met deze mensen, het theoretische benaderen van ‘het’ probleem.
Ik ken de protocollen, ik weet welke ellende daar uit voort komt. Een vervoersverbod in een tien kilometer zone, ophokplicht voor al het, dus ook hobbyachtig gehouden gevogelte, eieren die niet weg mogen, mest die niet vervoerd mag worden, kippen die blijven groeien en niet meer in hun stal passen, jonge hennen die aan de leg komen in stallen die daar niet voor zijn ingericht. Je zal de opfokker zijn die elke dag op de knieën 10.000 eieren uit het hok moet gaan zoeken.
Vegaburgertje
“De Nederlandse kippenhouderij is de meest diervriendelijke van de wereld”, begin ik. M’n vegan vriendin breekt onmiddellijk in. “Komt hij weer met z’n geijkte boerenriedeltje.” Zij en ik, wij hebben de afgelopen twee jaar al heel vaak samen gezellige avonden gehad en de geestelijke degens geslepen. Het zal de drank zijn of gewoon wie ik ben, maar ik brand er even flink overheen. “Luister nu toch eens even en weet het niet altijd beter. Ook jij eet kipproducten. Waar denk je waar dat vieze gore, verpulverde, smakeloze, groente, zogenaamde vegaburgertje op jouw bord mee bij elkaar gehouden wordt. Behangplaksel? Ei!”
De lachers op m’n hand, maar ik vind het niet om te lachen. De stupiditeit van zo’n intelligente vrouw is om te huilen. En dan is er het financiële debacle van de boeren nog. Je stal zal maar net leeg staan. Waar betaal je dan de komende maanden de hypotheek van? Of, wat denk je van al die eieren die niet verkocht mogen worden en overstuur gaan? Of die bulkauto die brok komt brengen? Die dieren moeten wel eten. 10.000 euro in de week is niks.
Het begint bij mijn vriend de advocaat die mijn burgemeester een oen noemt. Hij schijnt op RTV Oost gezegd te hebben dat ook hij niet wist dat de hobbydierhouder in Heeten een vergunning moest hebben. Ik dacht alleen maar toen ik dat hoorde: “Yes! Hij trekt in een klap alle juridische grondslag onder een eventuele procedure tegen die familie weg. Hij staat voor zijn inwoners en verantwoordelijkheden. Zo doen we dat in Salland.” M’n Zwolse vriend denkt daar vanuit zijn bril gezien anders over.
Niet genoeg
En dan komen van de week de gemeentelijke mededelingen in het Weekblad. Dadema gaat een briefje sturen naar Den Haag nadat hij met een afvaardiging van de 36 getroffen pluimveehouders heeft gepraat. Dan mag ik verontwaardigd zijn. Dat is namelijk niet genoeg. Hij en ik, we weten allebei dat ze dat nog niet eens gaan uitprinten om als wc-papier te gebruiken. Ook dat het niet helpt als alleen ik een appje stuur naar het Haagse. Ook dat het raar is dat, terwijl in Europa elke hobbydierhouder vanaf vijftig dieren zich moet melden in de strijd tegen deze ziekte, zodat ook hij/zij onder de verplichte screening valt, dat in Nederland pas vanaf 250 dieren is. Maar ik vind het nog gekker dat terwijl ik door het gebied rij overal de hobbydieren nog gewoon buiten lopen. En nog gekker? Dan als ambassadeur beloven er voor je boeren te staan. Ik had allang iemand van de buitendienst achter z’n schoffel weggetrokken en het gebied in gestuurd. Niet om te handhaven, maar om het gesprek aan te gaan.
gerlant@regibode.nl
wat ik niet snap, hoe krijgen de supermarkten de eieren en het kippenvlees in de winkel met dit vervoersverbod.
@Lampi,
Een citaat uit de ministeriële regeling: “In de 10 kilometerzone rondom dit bedrijf liggen in totaal 36 andere pluimveebedrijven. Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft per direct een vervoersverbod afgekondigd in een zone van 10 kilometer rond het bedrijf in Heeten. Een vervoersverbod heeft betrekking op pluimvee, eieren, pluimveemest en gebruikt strooisel, maar ook op andere dieren en dierlijke producten afkomstig van bedrijven met gehouden gevogelte.”
Bij de supermarkten ‘houden’ ze geen dieren en zij mogen dus aanvoeren van buiten het gebied.