Luttenbergse agrariër Rudie Freriks: ‘Bezig zijn op snijpunt boerenpraktijk, wetenschap en beleid’
LUTTENBERG – Bezig zijn op het snijpunt van de boerenpraktijk, de wetenschap en het beleid als het om minder uitstoot van ammoniak en methaan gaat; zo omschrijft melkveehouder Rudie Freriks in Luttenberg zijn motivatie om mee te doen aan het landelijke ‘Netwerk Praktijkbedrijven’. “De doelstelling is om hier op de Achtermaate over enkele jaren 30 procent minder methaan en ammoniak uit te stoten.”
In totaal doen er 116 melkveehouders in heel Nederland mee aan het door het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), boerenorganisatie LTO en Wageningen University & Research opgezette netwerk; tien onderzoeksbedrijven, dertig demonstratiebedrijven en 76 ambassadeurs. De Achtermaate van Rudie Freriks (met echtgenote Petra en beoogd opvolger Bart) is een van de dertig demonstratiebedrijven en het enige in Salland.
De Luttenberger is al vele jaren actief in allerlei functies in en rond de (regionale) landbouw. Zo is hij in Zuidoost-Drenthe kavelruilcoördinator. Ook bij de kavelruil rond de N35 bij Raalte e.o. is hij betrokken. Het is ook zeker niet het eerste project waaraan hij met zijn tachtig koeien tellende bedrijf meedoet. “Ik denk dat het misschien wel het tiende of zo is. Hiervoor was dat de Proeftuin Natura 2000, maar ik deed ook mee aan Salland Waterproof. En met de proef met evenwichtsbemesting bij het Boetelerveld. Mooi was destijds de zogenaamde pijnpoli voor koeien. Als boer weet je precies wanneer een koe pijn heeft, maar leg dat maar eens vast met een waarde op basis van objectieve criteria.”
Het ligt hem dus wel, betrokken zijn bij onderzoeken die de landbouw direct raken. “Er zijn zoveel specialisten die zich op een bepaald detailonderwerp richten. Ook in Wageningen weten ze dat inmiddels. Alleen, hoe gaat dat in de praktijk samen bij de boer op zijn bedrijf? Je kunt met allerlei plannen komen, maar als je bijvoorbeeld maatregelen neemt om minder ammoniak uit te stoten, krijg je misschien juist meer methaan. Daarom vind ik het boeiend om hiermee aan de slag te gaan samen met collega-boeren. Het Netwerk praktijkbedrijven is zo uitgekozen dat iedere melkveehouder in Nederland het eigen type bedrijf kan terug vinden.”
Rapporten
Ook de Luttenberger is het niet ontgaan dat afgelopen jaar een stroom van rapporten over de landbouw (en stikstof) is uitgestort. Vaak komen die neer op plannen voor een forse reductie van het aantal dieren. Het PBL (Planbureau Leefomgeving) stelde zelfs (min of meer als waarschuwing) dat in provincies als Overijssel en Gelderland in de toekomst eigenlijk geen enkele vorm van landbouw meer mogelijk zou zijn. “Iedereen haalt daar altijd precies uit wat in het eigen straatje past. Halveer de veestapel en alles opgelost. Natuurlijk moeten we verbeterslagen maken en werken aan een transitie naar een andere landbouw. We kunnen als boeren niet stil blijven zitten, dat weet ik echt wel, maar ik word soms doodmoe van al die rapporten. Je maakt de hele plattelandseconomie hier in het Oosten kapot als de landbouw zou verdwijnen. Ik geloof niet in dat soort simplistische oplossingen. Net als de roep gooi Schiphol maar dicht. Alsof mensen dan niet meer gaan vliegen. Ik heb zelf een opvolger, mijn zoon Bart, dat motiveert enorm om door te gaan. Maar ik kan me goed voorstellen dat boeren zonder opvolger inmiddels iets krijgen van: het zal mijn tijd wel duren, ik haal mijn pensioen wel.”
Vergoeding
Als demonstratiebedrijf moet Freriks, samen met een vaste adviseur, van alles gaan bijhouden; hoeveel ruw- en hoeveel krachtvoer bijvoorbeeld de dieren vreten. “Dan kun je berekenen hoeveel stikstof er in gaat en hoeveel er uit komt. Dat kost extra tijd, al houden we nu ook al heel veel gegevens precies bij. Gelukkig staat daar een kleine vergoeding tegenover, al word je daar echt niet rijk van, maar dat is ook niet het belangrijkste.”
Dat streven naar 30 procent minder uitstoot van ammoniak en methaan op zijn bedrijf over drie of vier jaar, is dat realistisch? “Daar gaan we achter komen dus. Ik zeg niet dat het niet haalbaar is, maar het is zeker een pittige opgave. Door de deelname aan de Proeftuin Natura 2000 hebben we de uitstoot hier al met 30 procent gereduceerd. En je moet als boer wel je geld kunnen blijven verdienen.”
Ruimte krijgen
Zoon Bart, 21 jaar, is ook aangeschoven. Hij studeert nu nog in Leeuwarden (HAS Van Hall Larenstein) en wil op termijn het bedrijf van zijn ouders overnemen. “Ik vind meedoen aan dit netwerk heel interessant. Het gaat om de toekomst van dit bedrijf en dat is dus voor mij heel erg belangrijk, daar ben ik van overtuigd.” Om daar droog aan toe te voegen: “We praten daar ook over, maar dat kan nog wel wat beter…”
Vader Rudie moet lachen. “Bart wordt er zeker bij betrokken, maar dat kan inderdaad beter. Dat moet ik misschien nog leren. Ik ben hier natuurlijk zoveel jaren mee bezig geweest. Nu moet Bart de ruimte krijgen die ik destijds ook van mijn vader heb gekregen.”
Wat verwachten hij eigenlijk als over een paar jaar dit project afgerond is? “Dat we vooral weten wat wel of juist niet werkt in de praktijk van een boerenbedrijf. En dat zaken die werken dan ook snel goedgekeurd worden door het ministerie. Uit ervaring weet ik dat juist dat goedkeuren heel lang kan duren.”
Foto: vader en zoon Rudie en Bart Freriks