Lauk: Tiny house

Ik geef het eerlijk toe, toen ik een paar jaar geleden de eerste keer iets over ‘tiny houses’ las, sprak me dat niet aan. Wonen in zo’n minihuisje leek me een terugkeer naar plaggenhutten van een eeuw geleden. Qua ruimte dan. Bovendien, je moest er veel voor overhebben. Het was vooral ‘on(t)’: onthaasten, ontspullen, ontspannen en on-materialistisch. Het sprak me niet aan. Ook al door mijn beperkte ervaringen tijdens gelukkig korte caravanvakanties met mijn beterhelft. Daarbij stootte ik voortdurend hoofd, knieën en tenen in die kleine sleurhutten en had geregeld een los kastluikje of deurtje in mijn handen.

Op de commerciële tv-zender TLC zag ik bij het zappen tussen EK-wedstrijden door per ongeluk ‘Tiny House Hunter’ waarbij een makelaar ergens in het zuiden van de VS met een jong stel drie te koop staande exemplaren ging bekijken. En daar zaten juweeltjes tussen. Nooit geweten dat je zoveel kon doen met zo weinig ruimte. En met wielen eronder. Ben je het zat, dan haak je het tiny house achter de Ford F en rij je naar de volgende staat.

Ook in Nederland wordt meer over tiny houses gesproken en het dringt dus in Salland door. In Heino is er zelfs een plan om een groot landhuis te vervangen door zes tiny houses op diezelfde plek. Uiteraard zijn omwonenden boos. Dat is de rol van omwonenden bij een nieuw plan of nieuwigheid van wie dan ook. De gemeenteraadsverkiezingen in maart naderen, dus dan zijn ook lokale politici boos. En de gemeente schrikt zich rot; het past niet binnen de bestaande regels en procedures want we kennen het eigenlijk niet zo goed.

Ik vind dat jammer nu ik dat programma gezien heb. Die tiny houses kunnen namelijk best interessant zijn voor sommige mensen. In mijn jonge jaren, toen ik van de ene kleine kamer naar de volgende nog kleinere kamer verhuisde, had ik er bijvoorbeeld meteen voor getekend. En nu, veel later, zit ik in een eengezinswoning zonder uitgezworven gezin. Makkelijk voor logees bij Ribs en Blues en Stöppelhaene en logeerpartijen van de groeiende schare kleinkinderen, maar verder heb je weinig aan al die slaapkamers. Verkopen is mooi, zeker nu de prijzen sneller omhoog gaan dan mijn klassieke Volvo vooruit, maar waar moet je dan gaan wonen? Misschien wel in een tiny house dus. Al schat ik de kans de eerste jaren heel klein in, al was het maar omdat ik mijn 1000 boeken (nog) niet wil missen.

Tegen die buurtbewoners in Heino zou ik toch willen zeggen; geef het idee een eerlijke kans. Wat heb je liever; een groot landhuis van 2500 kuub, met hekken, waakhonden en minstens drie grote SUV’s van een kapitaalkrachtige landgenoot of zes singles of stellen die om praktische of idealistische redenen zo’n tiny house willen? En vooral op ecologisch verantwoorde bakfietsen rijden vermoed ik.

Inmiddels heb ik begrepen dat het eigenlijk geen echte tiny houses op wielen zijn maar volgens de omwonenden eerder zes kleine woningen van elk een paar ton. En dat er ook een voedselbos en pluktuin bij moeten. Dat lijkt dan toch meer op een nieuw buurtschap. Dan snap ik de boosheid een stuk beter.

Misschien wordt het dus helemaal niks. Ik zie Salland de komende jaren ook zeker niet volstromen met tiny houses, maar het moet wel een kans krijgen. Alleen met een betere Sallandse naam. ‘All’maole op ’n reechie’ lijkt me wel wat. Of gewoon ‘komp der in’. Maar niet allemaal tegelijk.

1 REACTIE

  1. Volgens mij kun je ook wel een Tiny Library ontwikkelen. Nadeel is alleen dat jullie dan 2 klassieke Volvo’s of van die Amerikaanse bakbeesten nodig hebben.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.