Er zitten drie bloemenzaken in ons mooie dorpje. Best veel eigenlijk. Zeker als je weet dat alle supermarkten ook nog eens bloemen verkopen. Voor een man betekent dit bovendien dat er weinig excuses zijn om niet regelmatig met een bosje thuis te komen. Kleine moeite, groot plezier. Maar bij wie haal ik die krengen?
Het dichtstbijzijnde bloemenzaakje zit op nog geen driehonderd meter van ons huis. Hartstikke aardige mensen, maar de bloemen zijn niet denderend. Sterker nog, het is nog geen twee minuten lopen naar huis en sommige bosjes halen dat nog maar net. Niet de bedoeling natuurlijk. Ik wil geen bloemen voor onderweg, ik wil bloemen die ook nog even thuis in de vaas staan. Minstens een week.
De supermarkten dan. Die bieden vaak ‘zeven-dagen-vaas-garantie’. En dat klinkt goed, maar als je iedere keer met een slecht bosje terug moet, wordt dat wel een beetje gênant. Zo ben ik eens drie weken achter elkaar met een verlept bosje rozen teruggegaan naar Albert Heijn. Na één keer ben je trots op jezelf dat je teruggaat. Na twee keer voel je je bezwaard en na drie keer ben je een grote zeikerd.
Afgelopen week probeerde ik bloemenzaakje nummer twee. Een groet kon er niet af toen ik binnenkwam, maar goed, we hebben allemaal wel eens een pesthumeur. Vervelender werd het toen de bloemenmevrouw zei: ‘meneer, wilt u de bloemen niet aanraken’. Dat wordt lastig thuiskomen, dacht ik, met bloemen die ik niet mag aanraken. Maar ik liet me niet uit het veld slaan en kocht een boeket rozen.
En nu hebben we dus een probleem. Want waar de bloemen van de aardige mensen om de hoek al verwelken als je er naar kijkt, lijken de bloemen van de boze mevrouw het verrassend goed te doen. Wie moet ik kiezen? Godzijdank is er nog een derde zaakje. Als ze daar sterke bloemen hebben en ook nog aardig zijn, neem ik elke week een bosje mee naar huis.