Een westerling in groene knickerbocker en een verrekijker voor de buik zat bij ons in Zuthem aan de Gravenweg. Het ging er even van. De boeren deden het volgens hem helemaal verkeerd. Dat laat ik mij niet zeggen…
Hij had een artikel gelezen over een jachtopziener die op vossen wilde schieten omdat die eieren van weidevogels opvreten en nu kwam hij zelf poolshoogte nemen. Nu had ik dat artikel niet gelezen, maar van predatie weet ik wel wat. En van nepjachtopzieners die een groen pakkie aantrekken, een verrekijker kopen en dan met de ogen vol stront naar de natuur gaan zitten kijken ook.
Half april werden alle Zuthemers in de dorpsapp door de sportcommissie uitgedaagd om in coronatijd in beweging te blijven. Een foto complicatie met allerlei details rond ons dorp. Ze vroegen zich af wie als eerste al de foto’s bij elkaar zou hebben. Ik dacht: “Als ik nu op de tweewieler stap dan ben ik met een uur klaar. Laat ik dat maar niet doen”. In de 25 jaar dat ik hier nu woon, heb ik eerst als loonwerker en later als zzp’er aan heel veel van die details meegewerkt. En er ontgaat mij niet veel.
Ik doe dus niet mee met mijn dorpsgenoten in de dorps-app, maar ze hebben me wel in beweging. En zo was ik dus maandagmorgen ‘aan de Graven’ en zat hij daar. Foeter de foeter op een jager uit de krant. Dus vroeg ik wat het probleem was en kreeg ik een heel verhaal. Hij was er al een uur en had geen predatie gezien, dus wat die jager beweerde, klopte niet. De broek zakte mij op de knieën. Wat een verstand. Dus vertelde ik hem wat er hier in de laatste 25/30 jaar allemaal veranderd was. Ten goede voor de natuur, maar niet in balans.
Ik vertelde hem hoe ik vijftig jaar geleden hemelsbreed een kilometer of vijf verderop ben geboren in het Sterrenbos in Dalfsen, tegen het Rechterenseveld en Dalmsholte aan. Hoe het bij ons krioelde van de weidevogels, fazanten konijnen en hazen. Hoe ik als kind altijd met de pony’s door de bossen trok en van alles zag. Bijvoorbeeld een buurman die aan het stropen was. Het was een sport om zijn strikken op te sporen en hem te plagen door ze bijvoorbeeld een stukje hoger te hangen, maar ook om het als tiener zelf te proberen. Om eieren te zoeken. Als je daar nu komt, zijn er geen weidevogels meer, geen fazanten en amper hazen en konijnen. Het is daar kaal in het land want ze hebben daar nu wat anders: roofvogels, vossen (het stikt ervan), een dassenburcht, (steen)marters en noem maar op. Het is niet dat de boeren in Dalmsholte geen weidevogels willen beheren. Ze zijn gewoon weg en dat komt omdat er niet meer wordt beheerd. In mijn kinderjaren waren er vier buurboeren met een geweer en meerdere jachtopzieners van de omliggende landgoederen. Nu zijn er boa’s met een bonnenboekje.
Voor of tegen
Ik heb in de jaren tachtig agrarisch onderwijs gehad. Wij werden klaar gestoomd om productie te maken en de wereld te voeden. Tegelijkertijd begon wat wij ‘de groene gekte’ noemden. En ik heb daar jaren op gemopperd en doe dat nog wel eens. Maar ik zie ook wel dat er dingen echt anders moesten. Het was altijd voor of tegen, maar het moet samen. En dat gebeurt hier in ‘broek’. De mensen van de weidevogelclub, de boeren, de loonwerkers; iedereen doet mee. Maar het helpt geen flikker meer omdat de predatiedruk te hoog is en wij daar niks aan mogen doen van westerlingen die het niet zelf meemaken.
Weet je, ik schrijf voor een regionaal weekblad en dan spreek je nog wel eens iemand. Zo ook laatst een man uit Dalfsen die in Den Haag werkt. In Dalfsen hebben ze een gigantische steenmarterplaag. Autobedrading wordt kapot gevreten, huizen overgenomen. De man kreeg het z’n collega’s niet duidelijk omdat die het niet zelf voelen. Dus wilde ik daarover schrijven, maar niemand wilde in de krant. Met andere woorden, het probleem wordt daar opgelost, ik denk met een draadje, maar niet samen.
Predators
“Jij kijkt nu of je water ziet branden, maar weet je dat ik nu al vier soorten predators heb gezien die er vroeger niet waren in dit half uurtje dat wij zitten te praten”, zei ik tegen de westerling bij de Gravenweg. “Vier ooievaars die met lange nek alles op lopen schrokken wat ze tegen komen, een torenvalkje, een loslopende kat en vlak die grote groep kraaien, die daar zit ook niet uit. Dat is weer iets nieuws van de laatste tijd. Daar hadden mijn buurboeren vroeger een geweer voor. Langzaamaan komt het steeds verder en het kan nog twintig jaar duren, maar dan heb je die problemen ook in het westen. Ze vreten alles op. Ook de weidevogelkuikens en eieren. Hier, neem mijn foto mee en loop een rondje Zuthem; haal de stront uit je ogen en geniet van onze ‘nieuwe’ natuur. Hier Liederbroek’ uit, rechtdoor de Colckhof op, Den Alerdinck over richting het dorp dan langs de wetering de polder ‘Sekdoorn’ in om het zandgat heen. Dan kan je tegelijkertijd het grootste drijvende zonneveld uit de omgeving bekijken en via het Aalvangerspad weer terug en kom dan maar koffie drinken.”
Vier uur later was het een heel ander gesprek. Hij had z’n verrekijker goed gebruikt, maar nog niet alle plaatjes gevonden, dus kwam hij nog een keer weer met een andere natuurvriend. Dan laat ik hem een vossenhol zien, hebben we afgesproken. En ik heb beloofd dat ik het probleem tot dan niet ga oplossen met een glad draadje. Anders komt er geen samen. Dat snap ik ook wel.
gerlant@regiobode.nl
Lees verder ook dit
https://twitter.com/GerlantZ/status/1391673118192807938?s=20
Dus die gigantische over-de-top akkers/intensieve landbouw van de laatste decennia hebben totaal geen invloed op de weidevogel populatie… totaal niet zeker
Geplant ik wil je graag uitnodigen om onderstaande video ( de eerste spreker) te bekijken. Ik denk dat je hier een goed beeld krijgt waarom ons agrarische cultuurlandschap in zijn algemeenheid sinds pak ‘m beet de tweede helft van de 20e eeuw grotendeels teniet is gegaan. Daarnaast geeft het ook een impressie hoe we dit weer kunnen herstellen. Ik ben benieuwd naar je reactie
https://m.youtube.com/watch?v=Jos__1Jg7-w
Ben benieuwd of er ook hier in de buurt belangstelling is voor terugverkaveling, met contracten van 30 jaar. Zou het landschap op sommige plekken goed doen. Maar de vraag is wel, hoe gaan ze in de Ooipolder om met Gerlands predators.
Predatoren zijn op zich geen probleem; die zijn er namelijk altijd geweest en vormen ene belangrijke schakel in een gezond ecosysteem. En juist dat gezonde ecosysteem is nu het probleem aangezien er veel zaken zijn aangetast in de huidige situatie ten opzichte van pak ‘m beet de periode halverwege de vorige eeuw, namelijk: ruilverkaveling, zeer lage grondwaterstand, kunstmest, chemische gewasbeschermingsmiddelen (“landbouwgif”), injecteren van mest, ruilverkaveling, de grootschalige mechanisatie, rooien van landschappelijke beplanting etc etc. het landschap/milieu is hierdoor aangetast en enkele soorten, de zogenaamde opportunisten’ profiteren hier nu van (toevallig ook veelal predatoren zoals buizerds, kraaien, vossen etc). Wanneer je een gezonde biotoop heb met een dito stand aan bijvoorbeeld weidevogels is dit geen probleem, maar in een verziekt landschap, want zo mag je het wel noemen is dit veelal de factor die de weidevogels dreigt de nel om te gaan draaien. De oplossing is dan ook om het biotoop te gaan herstellen en niet blind te staren op slechts één factor (predatoren) en zo te gaan werken en leven met de natuur in plaats van tegen de natuur in.