Twintig jaar na de MKZ-crisis: getroffen veehouder Evert Rottink uit Welsum ging door na ruiming
WELSUM – Veehouder Evert Rottink uit Welsum weet ook na twintig jaar nog precies het moment van de melding dat al zijn koeien wegens MKZ (mond-en-klauwzeer) geruimd zouden worden. “Ik stond tegen de stalmuur toen ik het bericht kreeg. Dan kun je twee dingen doen: bij de pakken neerzitten of knokken. Ik heb heel snel voor dat laatste gekozen. Misschien kun je zeggen dat die strijd daarna ook een uitkomst voor mij is geweest.”
Op zo’n 2.900 bedrijven, waaronder dat van Rottink, in vooral de driehoek Apeldoorn-Zwolle-Deventer, werden twintig jaar geleden zo’n 280.000 koeien, varkens en schapen afgemaakt. Ook in Salland en in Friesland waren enkele kleine uitbraken en ruimingen. Op 20 februari 2001 werd in Groot-Brittannië bij de eerste twintig varkens MKZ ontdekt. Een maand later werden de eerste gevallen in Nederland vastgesteld na een veetransport vanuit Ierland. Nederland was na de Britten het zwaarst getroffen land. De directe en indirecte schade wordt geschat op tussen de 1 en 3 miljard euro.
Ondanks die zwarte dagen in het koude voorjaar van 2001 is de Welsummer, 72 jaar nu, er weer bovenop gekomen. Iets wat lang niet alle boeren in de beruchte ‘Driehoek’ hem kunnen nazeggen. “Ik denk dat ons bedrijf als een van de laatsten geruimd werd. Bij mij ging het om zeventig koeien en vijftig tot zestig stuks jongvee. MKZ was een kantelmoment en gaf me onbedoeld ook de kans om goed na te denken over hoe nu verder te gaan. De provincie Overijssel kwam in die tijd met een natuurplan langs de IJssel waaraan ik kon meedoen. Ik voorzag ook meer specialisatie in de melkveehouderij en dus kansen voor gespecialiseerde opfok van jongvee voor andere boeren. Eigenlijk was ik daarmee toen net iets te vroeg. Pas na een jaar of vijf is dat gaan lopen. Jongvee-opfok en botanische weilanden gaan heel goed samen.”
Rottink was ook een van de leden van het actiecomité ‘MKZ in de Driehoek’. Hij was zelf voorzitter van landbouworganisatie GLTO (voorloper van LTO Noord) afdeling Olst-Wijhe. Uit boosheid over het handelen van zijn organisatie stapte hij op en werd nooit meer lid. “Dat gebeurde op 10 april 2001, ik weet het nog precies. We waren uitgenodigd voor een avondvergadering in Klarenbeek. Terwijl wij aan het discussiëren waren, maakte landelijk LTO-voorzitter Gerard Doornbos in het acht uur journaal bekend dat onze bedrijven zouden worden geruimd. Zonder ons hierin te kennen en er goede voorwaarden aan te verbinden. We konden het niet geloven. We voelden ons verraden en verkocht door nota bene onze eigen voorman. Ik kan er nog steeds kwaad om worden.”
Handelsbelangen
Het was een van de redenen om het actiecomité op te richten. “De illusie dat we het ruimen van de dieren konden tegenhouden, hadden we toen al niet meer. Gevaccineerd zijn tegen MKZ was een doodvonnis voor de dieren. Handelsbelangen, daar ging het om. Wel wilden we een drukmiddel zijn voor een goede afhandeling. Daarom hebben we bijvoorbeeld slachterij Gosschalk in Epe, waar onze dieren gedood zouden worden, anderhalve week geblokkeerd. Allemaal geweldloos. Duidelijke standpunten ook, net als goede contacten met politie, media, landelijke politiek. Als boeren samen vechten voor onze toekomst, het versterken van de saamhorigheid en het onderlinge contact, dat was zo enorm belangrijk.”
“Het was voor iedereen een ellendige tijd. Mestputten die overliepen, melk die niet werd opgehaald. Ik hoorde later van een varkenshouder in Olst-Wijhe dat zijn dieren, die door het vervoersverbod niet mochten worden vervoerd, zo zwaar waren geworden dat ze door de houten stalvloer zakten. Die karkassen werden later in de mest gevonden. Onvoorstelbaar.”
Zelfde trieste lot
Het actiecomité richtte zich op de beruchte ‘Driehoek’. De MKZ-uitbraken aan de andere kant van de IJssel (Fortmond en Wijhe) en in Friesland (rond Ee) vielen erbuiten. “Als er nog een derde melding van MKZ was gekomen aan de andere kant van de IJssel, dan had heel West-Overijssel hetzelfde trieste lot als ons gewacht”, daarvan is Rottink overtuigd. Gelukkig kwam het in Salland niet zo ver.
Succesvol was het actiecomité in de Driehoek met de strijd tegen opgelegde kortingen op de vergoedingen voor de geruimde dieren. “Het ging dan allerlei kleine en lullige foutjes en futiliteiten. Een oormerk dat ontbrak, een staldeur bij een varkenshouderij die niet op slot was. Als veehouder wist ik niet eens dat zoiets moest. De ambtenaren van het ministerie hanteerden simpelweg de regels van hun draaiboek en dat betekende 35, 70 of 100 procent korting op de vergoeding bij elk foutje. Of je tien of honderd koeien had, maakte niet uit, je werd zonder pardon gekort op de totale vergoeding. Voor dezelfde overtredingen waren dat enorm verschillende bedragen dus. Twaalf miljoen gulden korting in totaal (5,5 miljoen euro, red.), daar ging het om. Ik weet het bedrag nog precies. Dat voelde na die ruimingen als een enorme schop na. Later is dat door de inzet van het actiecomité en onder druk van de Tweede Kamer bijna helemaal terug gedraaid.”
Op bordje van de boer
Kan er eigenlijk een nieuwe MKZ-uitbraak komen? “In 1991 werd gestopt met vaccineren van het vee tegen MKZ. Dat was een simpele economische berekening van kosten en opbrengst. Want vlees en zuivel van gevaccineerd vee is niet zo makkelijk af te zetten buiten de EU. Nieuwe EU-leden zoals Denemarken en Groot-Brittannië hadden daarop aangedrongen. De verwachting in 1991 was dat er zo eens in de tien jaar een uitbraak zou zijn. Dus kun je zeggen dat 2001 precies klopte. Maar nu is het inmiddels 20 jaar geleden”, overpeinst Rottink.
Ook nu zal een nieuwe uitbraak voor enorme problemen en ellende in de veehouderij zorgen, daar is de Welsummer zeker van. “De politiek zegt wel dat het opgelost is met vaccineren, maar hoe de afzet van gevaccineerd vlees en zuivel moet, dat zeggen ze er niet bij. Nederland alleen zal dit ook niet kunnen oplossen, dat moet de EU doen. Het gaat om enorme belangen van handel en export naar buiten de EU. Ook ik weet hoe belangrijk het is dat bijvoorbeeld FrieslandCampina een miljard euro aan zuivel kan exporteren buiten de EU. Als er een nieuwe uitbraak komt, en dat gebeurt, dan zal het dus uiteindelijk vooral op het bordje van de boer gelegd worden.”