Sjaak Bruggeman deelt met enige regelmaat zijn natuurmomenten met ons. En altijd is er wel iets dat op zijn pad komt. Deze week nam Sjaak een onverwachte afslag om zijn wandeldag mee te starten.
En opnieuw ben ik in het noorden van het mooie Salland. Bij Rouveen rijd ik over de Conradsweg en langs het Conradkanaal. Links van me zie ik alweer dat vier meter hoge bouwwerk boven het kanaal zweven. Ik keer spoorslags de auto en wil nu toch wel eens meer weten over wat er hier vroeger allemaal gespeeld heeft. Een buurvrouw ter plekke vertelt in onvervalst Staphorsts dat ze het allemaal nog weet van de Molukkers. “Ik was toen nog een klein maagie.”
Het monument is een herinnering aan kamp Conrad als eerbetoon aan de 180 Molukse gezinnen die na de oorlog zijn gehuisvest in het voormalige kamp. Maar de geschiedenis van kamp Conrad begint al in 1928 toen arbeiders van de ‘verbeteringswerken’ hier werden ondergebracht. Later, in 1942, kwamen hier 340 joodse mannen om te ‘werken’. In de vroege morgen van 3 oktober 1943, de dag van Jom Kipoer, de heiligste dag van het Joodse jaar, werden deze mannen in colonne lopend naar Meppel gebracht. Vervolgens met de trein naar Westerbork en de eindbestemming was het vernietigingskamp. Waarschijnlijk hebben maar drie of vier het overleefd. Bijzonder indrukwekkend en heftig allemaal.
Kijk, en dat bedoel ik nou altijd als je een offday moment of dag hebt; dan is de kans groot dat je dat negatieve gevoel in de mooie natuur of op het boerenland een beetje om kunt buigen. Grote kans dat je dan weer wat in balans komt en het kost niets.
Het is al een drukte van belang op het boerenland. De zandwegen in het veld hebben het zwaar te verduren. Trekkers met vaste en drijfmest rijden af en aan. De peilbeheerder van het waterschap heeft het slootpeil tijdelijk laten zakken zodat de boeren voor het groeiseizoen de gewassen op de smalle percelen nog snel even een groeispurt kunnen geven. Rattengaten in de slootjes zijn voor even zichtbaar, maar om inklinking van de bodem te voorkomen zal het waterpeil snel weer omhoog gaan.
Kijk, daar ligt een pas geslagen en geplukt waterhoentje in de wei. Een buizerd is waarschijnlijk de dader geweest. En vanaf de zandwinplas komen twaalf zwanen aangevlogen en daar vliegen ze een terugkerende ooievaar tegemoet. Op het braakliggend terreintje met riet en struiken doen een paar rietgorzen en een witte kwikstaart zich tegoed aan de aanwezige zaden.
Terwijl ik vanaf de zandweg geniet van al die teruggekeerde weidevogels hoor ik regelmatig gegak boven me en na enig speurwerk zijn loeihoog lange slierten ganzen zichtbaar. Onderweg naar het hoge noorden. Het is weer zover, de lente dient zich aan!