Parochie H. Kruis kondigde in juli van dit jaar aan dat de kerken in Broekland, Haarle, Heeten, Luttenberg, Mariënheem, Nieuw Heeten, Holten en de Pauluskerk in Raalte in de komende vijf jaar hun deuren sluiten, oftewel aan de eredienst onttrokken worden. De basiliek van de H. Kruisverheffing wordt de centrale parochiekerk. Maar hoe beleven de geloofsgemeenschappen dat; wat gebeurt er met het kerkgebouw; wie bepaalt dat; wie heeft nu de kerk eigenlijk betaald en welke rol heeft het Bisdom? Het Weekblad voor Salland gaat in een serie er dieper op in. In de eerste aflevering van ‘Verdwijnt God uit Salland?’ (vrij naar het boek ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’ van Geert Mak) stond Broekland centraal; de tweede handelde over Haarle. In deze aflevering laten we ons licht schijnen op de Pauluskerk in Raalte.
De ziel van de Pauluskerk zit niet in de stenen, maar in de gemeenschapszin
(Door Jos Westenenk en Wouter Groote Schaarsberg)
RAALTE – Het gevoel is er nog steeds: de Pauluskerk in Raalte is een gemeenschapskerk met een gemoedelijke sfeer; in de H. Kruisverheffing, zo meteen de Raalter parochiekerk, voelt het anders: formeler, meer heiligheid. Dat is in elk geval de teneur van het gesprek met zeven ‘veteranen’ van de Pauluskerk. Naar verwachting zal deze kerk op 7 maart 2021 definitief de deuren sluiten. Niet iedereen van de aanwezigen is echter van plan om mee te verhuizen naar de H. Kruisverheffing. Henk Gordijn: “We hebben ons altijd een beetje de underdog gevoeld.”
Naast Henk zijn ook Marie-José ter Heerdt, Jos Woertman-Overgoor, Hennie Weustink, Ben Duteweerd, Gerard Bijvank en Tonnie Buis aangeschoven. Stuk voor stuk zijn ze al tientallen jaren betrokken bij de kerk, of het nou is als koorlid of in het achterliggende kader, sommigen al vanaf het begin in 1963. Die eerder genoemde sentimenten vormen samen met de liefde die de zeven koesteren voor hun ‘sobere’ kerk en hun ‘warme’ geloofsgemeenschap de rode draad in het gesprek. Hoewel enkelen er duidelijk over zijn dat ze niet al te veel met de Kruisverheffing hebben en dat ook regelmatig ter sprake brengen, is de sfeer niet verbitterd. Sterker nog: als de zeven terugkijken naar de tijd waarin hun kerk met veel boerenslimheid gestalte kreeg, wordt er veel gelachen.
Even voor de duidelijkheid: de bestaande sentimenten hebben alles te maken met de geschiedenis van de Pauluskerk, maar zijn ook niet los te zien van een akkefietje van vier, vijf jaar geleden. De Pauluskerk stond destijds op het punt om het 50-jarig bestaan te vieren. Henk: “In 2010 zijn we met de andere kerken in Salland gefuseerd en verder gegaan onder de naam Parochie Heilig Kruis. Bij een vergadering in 2016 met alle kerklocaties van de parochie werd de vraag gesteld hoe het er voor stond met de kerksluitingen. ‘Voorlopig gaat er niks dicht’, was het antwoord van het parochiebestuur. Het waren er twee van de Kruisverheffing. Drie weken later kregen we een telefoontje. Over zes weken zou de Pauluskerk dicht gaan. Dat viel zó verkeerd…”
Jos: “Mijn man Henk (zelf ook fanatiek vrijwilliger, inmiddels overleden, red.) was kwaad! We zouden niet eens meer kans krijgen om het jubileum te vieren. Volgens mij wist het bestuur van toen niet eens dat we bijna vijftig jaar bestonden.” Ben: “Ik wil daar wel aan toevoegen dat het parochiebestuur er daarna op terug kwam. We kregen de toezegging dat de Pauluskerk sowieso tot 1 januari 2019 open kon blijven. We zijn nu toch alweer bijna twee jaar verder.” Maar de gang van zaken zorgde er, volgens de aanwezigen, wel voor dat het aantal vrijwilligers bij de Pauluskerk in de jaren daarna daalde. Toen de Kruisverheffing en de Pauluskerk in 2018 verder gingen samenwerken, kwamen er dan ook maar weinig mensen van de Pauluskerk in het kader. Alleen Ben: hij is coördinator gebouwen. Marie-José: “Door die fusie zijn we eigenlijk min of meer monddood gemaakt. Eerlijk is eerlijk, dat hebben we zelf ook een beetje laten gebeuren.”
Bouwpastoor
De ontstaansgeschiedenis van de Pauluskerk levert mooie anekdotes op. Terug naar 1963. Raalte- dorp groeide in een rap tempo. De Kruisverheffing barstte tijdens vieringen uit de voegen. Bovendien waren Westdorp en Raalte-Zuid in aanbouw. Tijd voor een extra kerk in Raalte, zo besloot het Bisdom. De Kruisverheffing bood de grond aan. Gerardus Spanjer uit Weerselo werd benoemd tot bouwpastoor. En Spanjer, de aanwezigen herdenken hem liefdevol, ging voortvarend te werk.
“Hij trok langs alle buurtdorpen om te preken”, vertelt Jos. “Hij was slim. Hij vertelde dan in Heeten dat hij in Heino een groot bedrag had opgehaald en dat hij de klokken zou laten luiden als Heeten voor meer geld zorgde.” Hennie: “Hij heeft zelfs nog in de Noordoostpolder geld ingezameld.” Gerard: “Hij nodigde zichzelf overal uit. Hij ging ook langs bij bruiloften.” Daarnaast kwamen er volgens de aanwezigen ook grote bijdragen uit een deel van het beoogde ‘verzorgingsgebied’ van de kerk. Met name de boeren in Pleegste en Ramele trokken royaal de portemonnee, soms in de vorm van een gift, soms in de vorm van een lening. Maar ook de bewoners van Raalte-Zuid en Boetele deden een flinke duit in het zakje.
Lokaal
De eerste steenlegging vond plaats op 11 september 1965. Hennie herinnert zich hoe de Pauluskerk werd gebouwd door alleen maar Raalter bedrijven. “Lokaal, daar stond Spanjer op.” Op zondag 2 oktober 1966 werd de kerk feestelijk in gebruik genomen. Het zat er vanaf het begin vol. De naam van de kerk was een beetje symbolisch, vertelt Jos: “In Rome stond een kerk die ‘Paulus buiten de muren’ werd genoemd. Aangezien de Pauluskerk ook echt aan de rand van Raalte stond en de Paulusschool ernaast was gevestigd, was de Pauluskerk een logische naam.” De nieuwe parochie floreerde. Met dank aan het enthousiasme van Spanjer. Gerard: “Hij was erg bevlogen. Als hij wat zei, luisterde je vanzelf. Hij was geen autoriteit. Mijn vader was opgegroeid in Dedemsvaart en die twee kenden elkaar. ‘Oh, je vader kan goed zingen, dan ben jij vast ook wel geschikt voor het koor’, zei Spanjer. En dan deed je dat ook gewoon.”
Ook financieel verliep het voorspoedig. De jaarlijkse inzameling (later Actie Kerkbalans) bracht volgens de aanwezigen op een gegeven moment 117.000 euro op. De laatste jaren wordt er nog steeds rond de 80.000 euro opgehaald. “Wel minder dan vijf jaar geleden, maar ja, het nieuws dat we zouden gaan sluiten heeft veel mensen kwaad gemaakt…”
Alcohol
Pastoor Spanjer, daar is-ie weer, had het ook op een ander vlak goed gezien. Kerk en kroeg horen bij elkaar. En waarom dan niet het nuttige met het aangename verenigen? In plaats van de kerkgangers na afloop naar de plaatselijke horeca af te laten druipen, koos hij voor een zaaltje bij de kerk, waar ook alcohol geschonken mocht worden. Goed voor de kassa, maar ook: kan het nog Katholieker? De Raalter horecacoryfee Jo Poppe zorgde voor een drankvergunning. Jos: “Tegelijkertijd nam hij dan aan tafel ook de bestellingen voor zijn slijterij op. Die schreef hij op zijn hand.”
De basis voor de latere underdoggevoelens werden al vroeg gelegd. Hennie: “Toen de Paulus in aanbouw was, werd het zo druk in de Kruisverheffing dat er in het weekend een vijfde viering moest komen. Vanuit de Pauluskerk ‘mochten’ wij vier collectanten leveren. Dat was trouwens ook een beetje om te voorkomen dat ze, als wij geopend zouden zijn, collectanten moesten laten afvloeien. Dan hadden wij bovendien al een collectantenopleiding gehad.” Jos herinnert zich dat er vanuit de H. Kruisverheffing vlak nadat Spanjer was aangesteld als bouwpastoor al werd gezegd: ‘Jullie komen nog maar net kijken’. Dat viel ook niet helemaal goed. Maar het is ook een stukje sfeerbeleving. Marie- Jose: “Wij vormen een hechte club. Hier draait het om gemoedelijkheid. We doen de dingen zelf. In de H. Kruisverheffing gaat het wat strakker, minder om de sfeer, meer om de heiligheid. Het is er wat klerikaler. Het zijn twee verschillende culturen.” Tonnie: “Als je een uitvaart of een bruiloft had en naar de H. Kruisverheffing ging, was het van ‘dit zijn onze regels’. Als je je hier meldde was de vraag ‘hoe wil je het hebben?’”
Open ruimte
In ’87 ging Spanjer met emeritaat. Inmiddels is hij overleden. Veelzeggend is dat hij begraven ligt op Pleegste. “Tussen de parochianen en de boeren”, vertelt Tonnie. “Hij wilde niet tussen de pastoors komen te liggen.” Spanjer werd opgevolgd door pastoor Brummelhuis. Hij leidde ook de vieringen in de kerk in Broekland, waarmee een samenwerking tussen de twee kerken op gang werd gebracht. Rond ’96 begon pastoor Verweij. In 2010 fuseerden de Sallandse parochies tot parochie H. Kruis. Rond 2015 werd Verweij opgevolgd door pastoor Baneke. Hij bleef maar kort, waarna pastoor Cornelissen de vaste priester werd. Ondertussen had de ontkerkelijking al flink toegeslagen. Tonnie: “Ik denk dat dat bij ons pas echt gebeurde toen je bij het jeugdpastoraat zo rond medio jaren negentig geen biertje meer mocht drinken. Op een gegeven moment kregen we ook de adressen van de jeugd niet meer van de scholen. Dit in verband met de bescherming van de privacy. Zo bloedde het jeugdpastoraat langzaam dood.” Toch telt de geloofsgemeenschap op dit moment, volgens eigen schattingen nog circa 2350 leden. Zij mogen meedenken over een toekomstige bestemming.
De vraag is echter ook of iedereen van de geloofsgemeenschap zo meteen in de parochiekerk (de H. Kruisverheffing) gaat kerken. Hennie zegt meteen volmondig ja. Marie-José denkt er anders over: “Een aantal zal daarnaartoe gaan, maar ik niet. En anderen ook niet. Onze kerk is een open ruimte. Alles wat er gebeurt, kun je horen en zien. Je zit overal dicht op het altaar. In de Kruisverheffing zit je bij wijze van spreken achter een pilaar. We raken onze gemeenschap kwijt, dat vind ik het ergste. Ik heb het er wel eens met sommigen over gehad om op een andere, eigen manier te gaan kerken. Daar is nog niks concreets aan hoor. We gaan dit hier missen. Ook de gesprekken met anderen over het geloof en hoe je tegen het leven aankijkt. In de buurtdorpen leven die gevoelens ook, maar daar komt ook nog een stukje afstand bij kijken. Hier gaat het om de binding.” Ben voegt toe: “Wat hier verloren gaat, komt daar niet terug. Het komt misschien een beetje over als een klaagzang, maar het is wel de realiteit. Ik zal me echt met hart en ziel blijven inzetten voor de parochiekerk, maar als ik geen coördinator gebouwen was, had ik er misschien wat anders ingestaan.”
‘Kerkschuur’
Het gemak waarmee sommige inwoners van Raalte voorstelden om de kerk maar plat te schuiven en er woningen voor in de plaats te zetten, steekt een beetje. Ja, ze weten het allemaal: de Pauluskerk is van buiten niet de mooiste kerk van Salland. En de sobere inrichting zal ook niet bij iedereen in de smaak vallen, maar de gemeenschapszin die in de stenen schuilt, is wat de mensen aan tafel betreft onvervangbaar. Jos: “Ik ken een pastoor die gezegd heeft dat hij geen dienst in die ‘kerkschuur’ wilde leiden. Dat kan wel zo zijn, maar voor ons is het een prachtig gebouw. Het heeft ook met de tijd waarin de kerk is gebouwd te maken. Geen afleiding meer door pracht en praal. Het rijke Roomse leven was voorbij. Samen hebben we hier de hele geloofsgemeenschap opgebouwd. Het is een beetje ons kind geworden.”
Hennie: “Het mooiste zou een herbestemming zijn, die ten goede komt aan gemeenschap. Dat geeft dan ook een goed gevoel aan alle mensen die hebben meebetaald aan de Pauluskerk.” Henk: “Wat er ook gebeurt, de toren moet blijven bestaan.” Gerard: “Waar ik benieuwd naar ben, is hoe het verder moet met ons koor. Kunnen we zingen in de Kruisverheffing en zo nee, wat willen de koorleden dan? Ik heb veertig jaar in het koor gezongen, ik zal dat missen.”
Marie-José nuanceert: “Jezus had ook niks, geen gebouw, geen kerk. Soms denk ik wel eens: ‘Wat maken we ons druk’. Het is ook een beetje wat Spanjer wilde met de kerk. Eenvoud, geen tierelantijnen, maar samen de ziel zijn.”
Hennie herinnert zich hoe de geloofsgemeenschap na de realisatie van de Pauluskerk opnieuw de portemonnee moest trekken voor de aanschaf van enkele klokken voor de toren. “Henk Woertman heeft toen met enkele anderen diverse acties opgezet. Zo kwam er een fancy fair in De Leeren Lampe. Die bracht héél veel geld op. Het was er afgeladen.
We hadden ook een loterij. Een van de prijzen was een bok. De winnaar bood die daarna direct weer te koop aan. En dat gebeurde daarna nog meerdere keren. Kwam allemaal in de kassa terecht. Ook kregen we hulp van Lammert Kruitbosch, een veehandelaar uit de buurt. Een protestant nota bene. Hij nam allemaal lotenboekjes af. Op vrijdag ging hij naar de veemarkt in Zwolle en daarna moest hij afrekenen bij de boeren. Dan hield hij een tientje in en gaf hij er een lot voor. De grootste klok in de toren heet nu Lammert. We moesten voor die loterij natuurlijk prijzen hebben. Dus iedereen gebruikte daarvoor zijn zakelijke contacten. Als er een relatie werd aangeschreven, gebeurde dat om er een beetje gewicht aan te geven als zijnde de secretaris of penningmeester van de Paulusparochie.” Hij begint als een kwajongen te lachen. “Ik denk dat we op een gegeven moment wel 20 tot 25 penningmeesters hadden.”