Een paar weken terug vertelde ik over de muis in onze kelder. Hoe hij aan de tagliatelle was begonnen en hoe hij onze mooie kleine supermarkt had veranderd in een stinkzooitje. Met kruimels, kleine stukjes plastic, poep en pies. Uren heb ik nodig gehad om de boel uit te soppen, maar de muis was foetsie.
Ik wist zeker dat hij nog ergens in de kelder moest zijn. Nadat ik hem betrapte en een gilletje slaakte als een keukenmeid deed ik snel het kleine raampje dicht. Dat moest wel zijn ingang zijn geweest. En door dat nu te blokkeren zat hij als een rat (muis) in de val. Alleen, hij was nergens te vinden. Nog nooit had ik zoveel uren doorgebracht in de kelder. Iedere vierkante centimeter was uitgekamd. Geen muis.
Het voordeel van de muis was dat onze kelder nu naar verse bloemetjes rook. Ik had alle schappen afgesopt, de vloer gedweild en een luchtverfrisser neergezet. Het rook er zelfs zo lekker dat ik even overwoog om de televisie en het bankstel er ook heen te verhuizen. Mijn vrouw vond dat te ver gaan. Onze woonkamer voldeed volgens haar nog prima als leefruimte en had als voordeel dat je niet tussen de levensmiddelen een thriller zat te kijken. Een blikje tonijn op rechts, wc-papier op links, dat leidt toch af.
Ze had gelijk. Het is een voorraadhok en dat blijft het ook. Wel een heel schoon voorraadhok. Alhoewel, na drie dagen begon het toch weer een klein beetje naar muis te ruiken. Eventjes dacht ik dat het aan mij lag en negeerde ik de geur. Maar na vijf dagen was ik het zat en besloot ik de kelder niet eerder te verlaten totdat ik Mickey had gevonden.
Het geurspoor leidde me naar een kratje Heineken. De meeste flesjes in het krat waren leeg. Ook het ene flesje Hertog Jan Grand Prestige dat erin zat. Een wat sterker biertje. En daar lag hij. Opgekruld op de bodem van de fles. Hij leek een klein lachje op zijn mondje te hebben. Vast genoten van zijn laatste slokje.
Die lege Hertog Jan fles was ook de enige bierfles in dat krat. Dus vanzelfsprekend de keuze van die muis.