Burgemeester Ton Strien over de impact van de coronacrisis in Olst-Wijhe
WIJHE – Al sinds eind februari, nog voordat de crisis losbarstte, was er in het gemeentehuis van Olst-Wijhe een ‘soort van’ crisisteam bezig met het naderende coronavirus. Dat vertelt burgemeester Ton Strien. “Niemand had door dat het zo’n impact zou hebben, maar we konden wel aanvoelen dat er wat zat aan te komen.” Inmiddels zijn we 2,5 maand verder en die impact is nu wel duidelijk. “Er wordt een hoge prijs betaald…”
Dat ‘soort van’ crisisteam is al zo’n twee maand een officieel crisisteam, dat naast Strien bestaat uit de gemeentesecretaris, de adviseur openbare orde en veiligheid, een communicatieadviseur, de adjunct-directeur van de gemeente (verantwoordelijk voor bedrijfsvoering) en de teamleider maatschappelijke ontwikkelingen (met onder andere het sociaal domein en de economie in de portefeuille). “Dat we zo vroeg al een crisisteam formeerden, is niet zo uniek”, stelt Strien.
“Dat doen we bijvoorbeeld ook bij een grote brand met slachtoffers; dan roepen we ook een team bij elkaar. Maar dan praat je over incidenten. Dit werd alleen maar groter en erger. De eerste dagen hielden we ons bezig met de bedrijfsvoering en de dienstverlening. Geen handen geven, dat vonden we al ingrijpend; de aanschaf van beschermingsmiddelen. Maar toen het groter werd, moesten we steeds sneller gaan acteren. Op zondag 15 maart kwam het bericht dat de cafés en de restaurants dicht moesten. Er waren mensen die hun eten al hadden besteld, maar het niet meer mochten opeten. Iedereen voelde zich overvallen. We hadden toen al een speciale corona-groepsapp. Die zondagavond zijn we direct nog aan de slag gegaan. We moesten het ook meteen hebben over de sluiting van de scholen en de kinderopvang. Maar ondertussen moest er ook opvang geregeld worden voor kinderen van ouders met cruciale beroepen. We konden gelukkig snel acteren, Raalte ook. We werken veel samen.”
Lijfsbehoud
En ondertussen is er heel veel gebeurd. “We werden steeds drukker met het onderwijs en de kinderopvang. Nu, na de laatste persconferentie van het kabinet, is dat alleen intensiever geworden. De scholen mogen weer voor de helft open, maar hoe organiseer je dat en hoe geef je daar vorm aan? Dat is een enorme opgave voor het onderwijs en de kinderopvang. Daarnaast zijn we natuurlijk permanent in gesprek met zorginstellingen, huisartsen, de thuiszorg, sportverenigingen en evenementenorganisatoren.”
Nu geldt nog dat er tot 1 september geen evenementen meer mogen plaatsvinden, maar om eerlijk te zijn zie ik die het hele jaar niet meer georganiseerd worden. Natuurlijk hebben we heel intensief contact met de ondernemers. We bellen ze op. Vragen waar ze tegenaan lopen, wat hun zorgen zijn. Inmiddels hebben ruim tweehonderd ondernemers uit de gemeente een beroep gedaan op de landelijke coronaregelingen. Wij moeten dat vormgeven. In een paar weken tijd hebben we alle aanvragen kunnen beantwoorden en de gehonoreerde aanvragen zijn inmiddels ook uitgekeerd. Ondertussen zien we ook ondernemers die van de nood een deugd maken. Ripperda die startte met een maaltijdservice in samenwerking met een taxibedrijf en waarbij ook andere horecabedrijven zich aansloten. Zo zijn er prachtige initiatieven ontstaan. Natuurlijk om de klanten ter wille te zijn, maar ook uit lijfsbehoud. Want ik zie het overal om me heen: er wordt een hoge prijs betaald.”
‘Habitat kwijt’
Strien wijst daarbij naar alle verschillende belangen in de maatschappij. De mensen die ernstig ziek zijn geworden; de nabestaanden van overleden Covid-19 patiënten die niet op een goede manier afscheid konden nemen; de ondernemers die hun reserves zien slinken en zich afvragen of hun bedrijf over een maand nog wel bestaat; de ZZP’ers met een lege opdrachtenportefeuille; ouders die hun werk thuis moeten combineren met onderwijs aan hun kinderen en de mantelzorgers die nu permanent zorg moeten verlenen (omdat de dagbesteding is weggevallen).
Hoe hij zelf de crisis beleeft? “Met mij gaat het goed, ik mag werken en ondanks dat het best zwaar is, ben ik blij dat ik dit werk mag doen.” Of hij op dit moment niet liever een wat gewonere baan had gehad, postbode bijvoorbeeld? Strien grinnikt even. “Nee, af en toe ben ik de crisis eventjes zat. Dan wil je even zonder corona kunnen leven, net zoals iedereen dat wil. Maar corona is er en blijft er ook nog wel een poosje. Ik voel me soms als een vis op het droge. Ik ben m’n natuurlijke habitat kwijt. Ik zit nu in het gemeentehuis en dat is uitgestorven. Collega’s werken thuis. Die toevallige ontmoetingen met medewerkers en inwoners, de kernenbezoeken, de activiteiten in het kader van 75 jaar vrijheid, de bezoeken aan de toneelverenigingen; dat soort dingen mis ik.
Ik heb net nog contact gehad met een echtpaar dat 70 jaar is getrouwd. Normaal gesproken ga je dan langs, nu niet, ik hoop nog een keer op bezoek te kunnen. Maar ook Koningsdag, de lintjesregen, de Dodenherdenking, 5 mei, al die gelegenheden, de simpele hand op de schouder…”
Terrassen
Natuurlijk vragen horecaondernemers nu in heel Nederland naar mogelijkheden om hun terrassen te vergroten. Dat soort geluiden komen ook vanuit Wijhe. Strien leidt zijn mening in met de nodige voorbehouden: dat iedereen, zowel ondernemers als klanten/gasten, zijn/haar verantwoordelijkheid moet nemen, maar stelt dan: “Wat mij betreft is dat absoluut bespreekbaar. Ik ga deze week ook in gesprek met Gerben Bentum van de horeca in Wijhe. Maar er zijn natuurlijk wel voorwaarden. Kunnen de hulpdiensten dan zo meteen nog wel door de Langstraat? Blijven ook de overige winkeliers bereikbaar? Het mag niet ten koste gaan ván… En we moeten kijken naar het winkelend publiek. Kan dat op een coronaveilige manier passeren? De Langstraat is niet breed, die staat zo een keer vol… Maar dat zijn vraagstukken die niet alleen in Wijhe spelen. We zullen ook maatwerk moeten leveren in andere kernen. We gaan gelukkig versoepelen, maar moeten de maatregelen van het Rijk blijven volhouden. Het is in het algemeen gemakkelijker om een berg te beklimmen dan hem af te dalen.”
Strien wil graag benoemd hebben dat hij onder de indruk is van de initiatieven vanuit de samenleving. Van particulieren, verenigingen en ondernemers: de balkonconcerten, de kaartjes voor de ouderen, de gebaren naar de zorg en noem het allemaal maar op. “Er zijn tal van prachtige dingen gebeurd waarmee er naastenliefde getoond werd. Echt heel mooi, naast alle treurigheid die er natuurlijk ook is.”