Corona of niet, Jaap Doorgeest heeft vertrouwen in zijn nieuwe horecaproject aan de Loswal
WIJHE – Het kan snel gaan. Dik een maand geleden twijfelde Jaap Doorgeest nog. Moest hij in deze coronatijd wel verder gaan met zijn plannen voor een horecaboot aan de Loswal in Wijhe? Maar hij hakte de knoop door en inmiddels ligt er al een ‘nieuwe’ boot, een voormalige woonark. Nu is het voor hem alle zeilen bij. Hij hoopt de woonark voor 1 juli helemaal omgebouwd te hebben tot horecalocatie. “Maar dat is hoop, ik ga uit van half juli”, zegt hij. En dan wil hij de deuren opengooien van zijn ‘Terras de Loswal’, zoals de horecalocatie op het water gaat heten.
De horecaplek kwam vorig jaar vrij nadat Katinka Durkstra haar ‘Little River Café’ verplaatste naar Olst. Jaap keek al tientallen jaren vol belangstelling naar de Loswal. “Een unieke plek”, zegt hij. “Ik heb ooit al eerder een plan gehad om hier met horeca te beginnen, maar dat ketste toen af. Maar telkens als ik langs de Loswal fietste, begon het weer te kriebelen.”
Vorig jaar ging hij om tafel met Jan Grootenhuis, de eigenaar van het ponton en het schip dat er toen lag. Het leidde er toe dat Jaap het groene licht kreeg om drie maand proef te draaien. “Ik zag het eigenlijk helemaal niet zo zitten. Ik ben rond de 60, ‘moet ik dat wel willen’, dacht ik. Het was qua weer een slecht seizoen, we konden half juli pas beginnen, er moest geld achteraan, maar we hebben wel met heel veel plezier gedraaid. Ik had ontzettend gemotiveerd personeel, ik was erg content.”
En dus begon Jaap na te denken. Hij wilde er best verder, maar dan wel met een grotere horecaboot met meer ruimte voor overdekte zitplaatsen. “Want als het vorig jaar even begon te regenen, waren de gasten weg.” Jan Grootenhuis dacht mee. “Hij begon over een boot die hij had gezien in Diemen: een voormalige woonark van vijftien bij acht meter.” Na een inspectie was Jaap enthousiast. Hij denkt er in totaal zo’n vijftig plaatsen aan te kunnen bieden, maar in deze coronatijden zal dat aantal in de praktijk wat lager uitvallen. “En daarna hebben Jan en ik samen de boot aangeschaft”, stelt Jaap. Vorige week dinsdag werd het gevaarte met een sleep- en een duwboot naar de Loswal gebracht. “Ik heb me laten vertellen dat de boot meer dan zestig ton weegt. Hij ligt in elk geval lekker stabiel.”
Het hele jaar
En nu is het dus slopen, verven en inrichten. Zijn zoon, een medewerker en een cliënt uit de dagbesteding helpen mee. Er moet een keuken gebouwd worden; er moet een toiletgroep in; gas, water en licht; het is een stevige klus. Maar Jaap heeft er vertrouwen in dat het ‘project’ uiterlijk half juli afgerond is. En dan kunnen de deuren open. En ook het hele jaar. “Want dat was ook een eis van me en de gemeente zag daar ook het belang van in.” Door diezelfde gemeente is hij inmiddels ook benoemd tot havenmeester. Dat betekent dat Jaap onder andere verantwoordelijk is voor de inning van de pachtgelden en de toeristenbelasting bij de haven. En ondertussen is hij ook nog bezig met de kaart. “Van een kopje koffie met gebak tot lunches en diners. Ik mik niet op drie sterren, ik ga voor smakelijk, goed en genoeg.”
Geen omzet
Jaap geeft eerlijk toe dat hij in de afgelopen maanden regelmatig slecht heeft geslapen. “Ik heb natuurlijk ook nog mijn cateringbedrijf Salland Catering. Daarbij lever ik maaltijden aan bedrijven, instellingen en particulieren; eigenlijk iedereen die eten en drinken wil. Ik merk de gevolgen van de coronacrisis. De afgelopen twee maand heb ik nagenoeg geen omzet gedraaid.” En ondertussen moest hij dus ook nog beslissen of hij verder wilde aan de Loswal. Niet iedereen had de stap in deze tijd aangedurfd, dat weet hij ook. “Maar ik ben een optimistisch mens. Joe moet altijd positief denken, daar kom je verder mee. Ik denk dat na de coronacrisis een betere tijd aanbreekt met een goede kans van slagen. Ja, er zullen in de horeca ook klappen vallen, maar deze plek is gewoon uniek. Hier zit een tevreden man, ook door alle positieve reacties die ik krijg op de boot. Iedereen vindt het tof en mooi. Dat maakt me al blij, los van of ’t slaagt of niet.”