Het Weekblad voor Salland presenteert in samenwerking met de Historische Vereniging Raalte en omstreken de (maandelijkse) rubriek Vroeger in Salland. De vereniging levert elke keer een foto aan van taferelen, mensen of gebouwen van vroeger. Daarbij schrijft de vereniging ook een klein verhaaltje. Ditmaal in het kader van 75 jaar vrijheid een verhaal over de gefusilleerde verzetsman Jacob Kapteijn van Tonny Nijboer.
“Jacob wordt geboren op 14 augustus 1902 in Aarlanderveen, zoon van Pieter Nicolaas Kapteijn en Cornelia Evertje Treur. Op 2 maart 1928 trouwt hij in Almelo met Trijntje Westra. In 1935 komen Kapteijn en zijn echtgenote vanuit Wierden naar Raalte. De twee nemen hun intrek in de boerderij ‘Zeldenrust’ tegen de grens van Hellendoorn, nabij het sanatorium. Als beroep laat Jacob noteren: landbouwer en veehouder. In 1938 wordt in Almelo een drieling geboren: Cornelia Evertje, Sijke en Trijntje. In 1941 wordt dochter Eefje geboren.
Kapteijn en zijn gezin zijn sterk op Hellendoorn georiënteerd, niet in de laatste plaats door hun geloof. Kapteijn is actief in het verzet. In zijn boerderij vinden onderduikers een veilige schuilplaats. In ‘Zeldenrust’ wordt een zend- en ontvangstinstallatie geplaatst waarmee berichten met Engeland kunnen worden uitgewisseld. In februari 1945 wordt Jacob gearresteerd. Blijkbaar hadden de Duitsers toen al weet van zijn verzetsactiviteiten. Hij wordt gevangengezet in Almelo en van daaruit volgt een overplaatsing naar Doetinchem. Amper een maand voor de bevrijding van Luttenberg wordt Jacob op 8 maart 1945 op de Woeste Hoeve nabij Apeldoorn gefusilleerd, als represaille voor de aanslag op Hanns Albin Rauter, de hoogste SS-politiebaas van Nederland. Samen met Kapteijn worden daar nog 116 mensen omgebracht.
In een overlijdensbericht, geplaatst door de Gereformeerde Mannenvereniging ‘Boaz’ in Hellendoorn valt te lezen: “Op den 8en Maart l.l. is ons geacht lid en oud-bestuurslid te Woestehoeve door moordenaarshand gevallen in dienst voor het Vaderland, broeder J. Kapteijn”. De weduwe Kapteijn verhuist met haar dochtertjes naar Hellendoorn. Hier geniet met name de drieling grote bekendheid. In een krantenbericht wordt zelfs gerept van ‘de trots van Hellendoorn’. Geen wonder dan ook dat het trio in 1949 bloemen mag aanbieden aan Hare Majesteit Koningin Juliana als zij Nijverdal aandoet tijdens haar werkbezoek aan Twente.”
Foto: de drieling van Jacob en Trijntje Kapteijn: Cornelia, Trijntje en Sijke