Toen ik gisteren voor de zoveelste keer door een auto werd gepasseerd die zijn lichten niet dimde, ben ik hem achterna gefietst. Bij het verkeerslicht waar hij stond te wachten, trok ik zijn portier open en scheen ik hem met een felle zaklamp vol in zijn gezicht. Tien seconden lang. Totdat hij vlekjes voor zijn ogen zag. Net goed.
Niet echt gebeurd helaas, maar ik speel wel met de gedachte om voortaan een belachelijk felle zaklamp in mijn fietstas te stoppen. Net zoals ik vroeger altijd bordjes in de auto wilde hebben met teksten als: ‘geef eens richting aan, lul’. Of: ‘rij eens door, idioot’. Nooit gedaan. Eigenlijk maar goed ook, want dat was ongetwijfeld verkeerd afgelopen.
Terug naar die Audi-aso’s. Ja, het zijn ook wel eens andere auto’s. Maar meestal niet. Mochten jullie dit lezen: het onbeduidende fietsvolk, waartoe ik zelf dus ook behoor, heeft er nogal last van dat jullie het licht niet dimmen als wij de tegenliggers zijn van jullie dikke A4, A5 of andere patserbak. Trouwens, wie heeft er nou een auto vernoemd naar een papierformaat?
Mijn schoonmoeder, fervent fietser, heeft het slim aangepakt. Ze heeft geen zaklamp in haar fietstas, maar gewoon een extra felle lamp op haar fiets gemonteerd. In principe schijnt die lamp altijd een beetje naar beneden. Totdat een tegenligger zijn lichten niet dimt. Hup, lampje omhoog. Vol op de voorruit. Heel effectief bij Audi’s van welk papierformaat dan ook.
Misschien ben ik onterecht boos hoor. Misschien hebben jullie het niet eens door. Net zoals ik vroeger niet wist hoe irritant het is wanneer een fietser bij een afslag geen arm uitsteekt. Totdat ik zelf mijn rijbewijs haalde. En daarom vertel ik het nu. Ben jij een Audi-aso die zijn lichten niet dimt bij een tegemoetkomende fietser? Ga dan zelf eens fietsen en ervaar het genot om verblind te worden. Anders stuur ik mijn schoonmoeder op jullie af.