Beschieting Joods gevangenentransport op de IJsseldijk 75 jaar geleden
WIJHE – Deze vrijdag is het precies 75 jaar geleden dat een Duitse vrachtwagen met Joden werd beschoten door Engelse vliegtuigen. Acht gevangen lieten daarbij het leven. De inmiddels ook 75-jarige historicus Anton Heijmerikx onderzocht deze tragedie en schreef er het boek ‘Beschieting op de Dijk te Wijhe van een der laatste transporten naar kamp Westerbork’ over.
Het gebeurde op een sombere winterdag, 7 februari 1945, bij het ‘Mottenhuisje’ op de IJsseldijk bij Wijhe. Engelse vliegtuigen die op jacht waren naar Duitse transporten en de lanceerplaatsen voor V1 en V2 in deze omgeving beschoten een Duitse vrachtwagen. De wagen was met dertig tot veertig Joden (het precieze aantal is nooit achterhaald) vanuit Amsterdam op weg naar kamp Westerbork. De gevolgen van de beschieting waren verschrikkelijk. Zeven Joden werden direct gedood. Een achtste gevangene, Willy Polak, overleed kort nadat hij zwaargewond bij de familie Witholt was binnengebracht. “Het tragische is achteraf dat in die laatste fase van de oorlog er vanuit Westerbork al sinds 13 september 1944 geen treinen meer reden naar de Duitse vernietigingskampen. Joden die daar toen nog heengebracht werden overleefden vrijwel allemaal de oorlog,” zo vertelt Anton Heijmerikx uit Wijhe, oud-medewerker van het gemeentearchief van Zwolle (dat later samen is gegaan met het Rijksarchief Overijssel en HCO werd).
Lokale tragedies
“De grote geschiedenis van de oorlogsjaren, zoals over Auschwitz en Sobibor is wel bekend, kun je zeggen. Ik vind het een goede zaak om ook dit soort kleine, lokale tragedies in herinnering te roepen. Deze beschieting is nauwelijks bekend in Wijhe, terwijl destijds de twee Wijhese huisartsen hielpen bij de verzorging van de gewonden en er een slachtoffer op de algemene begraafplaats begraven ligt,” zo vertelt Heijmerikx, al vele jaren betrokken bij de lokale en regionale geschiedenis in Salland. Onlangs verzorgde de historicus in de Plaskerk in Raalte nog een presentatie over alle Joodse inwoners van dit dorp die in de oorlogsjaren weggevoerd zijn. Enkele jaren geleden zette hij zich samen met Diny Heidenrijk in voor de Stolpersteine (ook wel struikelstenen of gedenkstenen genoemd) die in het trottoir voor de huizen in Raalte liggen waar ooit Joden woonden.
De beschieting op de IJsseldijk op die zevende februari in 1945 moet in ieder geval een ware hel geweest zijn. Geallieerde vliegtuigen beschoten in de laatste fase van de oorlog alle transporten, omdat toen bijna alleen nog Duitsers over vrachtwagens als vervoer beschikten. Bovendien was Salland berucht als een streek waar veel V1- en V2-lanceerinstallaties stonden, de geheime wapens die op onder meer Londen en het reeds bevrijde Antwerpen afgeschoten werden. “Vermoedelijk kwamen ze via de noodbrug in Deventer, omdat toen de andere bruggen over de IJssel opgeblazen of vernietigd waren. Treinen reden er ook niet meer, daarom werd een vrachtwagen ingezet,” weet Heijmerikx.
Geheim graf
Zeven Joodse gevangenen kwamen bij de beschieting direct om het leven, net als een Nederlandse SS’er die chauffeur was. De bewakers, leden van de beruchte Grüne Polizei, bekommerden zich niet om hun gevangenen, maar zorgden alleen voor hun eigen kameraden. De Joodse gewonden moesten met paard en wagen naar een noodziekenhuis in Zwolle en het toenmalige ziekenhuis Angeli Custodes in Raalte gebracht worden.
Andere gevangen ontsnapten richting Olst en Raalte. In Raalte doken enkele onder bij de familie Van Noorel. Bijzonder is het verhaal van Johanna Kapp. Zij werd gewond gevonden in het weiland van boer Drosten aan de Zandwetering. Met paard en wagen werd zij naar Angeli Custodes in Raalte gebracht. Via Willem Albers, lid van het verzet, kon zij onderduiken bij de familie Rechterschot aan de Schoonhetenseweg. Op 29 maart overleed zij daar echter aan difterie en werd in het geheim begraven in een anoniem graf op de algemene begraafplaats in Raalte. Enkele jaren geleden is er op initiatief van Heijmerikx, zelf in 1944 in Raalte geboren, een kleine gedenksteen op haar graf geplaatst.
Verdiende aandacht
Het was een hele klus om al dit soort gegevens te achterhalen. Informatie over het transport, waarschijnlijk vanuit de beruchte Hollandse Schouwburg, was er bijvoorbeeld in Amsterdam niet te vinden. Via soms verre familie achterhaalde Heijmerikx toch flink wat gegevens. “Bijzonder vond ik het verhaal van een tweejarige peuter, Ronnie Groenteman. Die was gewond aan zijn voetje, kwam in het ziekenhuis in Zwolle en werd daar aan een goedwillend echtpaar meegegeven om aan de Duitsers te kunnen ontsnappen. Hij overleefde de oorlog en werd later weer herenigd met de ouders die elders ondergedoken waren. Een andere overlevende, Jetje Gerritse-Aldewereld ontsnapte, maar zij kon de vreselijke herinneringen aan de oorlogsjaren niet aan en maakte in mei 1956 zelf een einde aan haar leven. Met dit boekje geef ik de mensen die dat zelf niet meer kunnen de aandacht die ze verdienen. Zo voel ik dat echt.”
Belangstellenden kunnen het boekje bij de auteur aanvragen via anton@heijmerikx.nl.
Tekst en foto: Lauk Bouhijzen