Dit is een ode aan de tasjesmevrouw. Het kan ook een meneer zijn, want ik heb haar nog nooit gezien. Maar daar gaat het nou even niet om. De tasjesmevrouw verdient het om even in het zonnetje gezet te worden. Misschien leest ze dit. Of hoort ze via via dat er een column over haar online staat. Ik hoop het zo.
Iedere doordeweekse dag fiets ik naar mijn werk. Halverwege passeer ik een bankje met daaraan een plastic tas. De tas is altijd vernuftigd vastgeknoopt aan het bankje. Een prullenbak is nergens te vinden, net als rotzooi. Alle rommel zit namelijk steevast in de tas. En als ik de volgende dag weer langsfiets, hangt er een ander tasje. Altijd een reclametasje. Van de Appie, Dirk, Jumbo of een schoenenwinkel.
Er is dus iemand die regelmatig, ik gok meerdere keren per dag, kijkt of de plastic tas al vol zit met afval, deze meeneemt en dan een nieuwe tas neerhangt. Alle rommel die ze onderweg tegenkomt, pikt ze meteen mee. Dit is dus iemand met hart voor de natuur. Iemand met heel veel tijd. Misschien iemand die een hond heeft (het is mooi te combineren). Maar het is zeker iemand met heel veel plastic tasjes.
Ik heb hoe dan ook veel respect voor deze tasjesmevrouw. Het is namelijk een route waar veel scholieren langsfietsen. Die gooien natuurlijk wel eens iets van zich af. En voordat ik net als vorige week weer allerlei mailtjes krijg van ouders die het voor hun kind opnemen: ja, er zijn ook heeeeeeel veel scholieren die hun afval niet in de berm gooien. Zeker jouw kind niet. Die doet dan niet. Dat zijn altijd andere kinderen.
Terug naar de tasjesmevrouw. Ze verdient een pluim. En een dikke ook. Misschien kom ik haar nog eens tegen. Wat moet ik dan zeggen? Dat ze mijn held is? Dat ik mee ga helpen met afval verzamelen als ik met pensioen ga? Hoe ze in vredesnaam aan al die tasjes komt? Het kan ook een meneer zijn. Jullie zijn helden. Allebei!