Zesde editie van Bökkers’ eigen Koele Koele in Luttenberg: ‘Een heel eigen sfeertje’
LUTTENBERG/HEINO – Een mooi feestje, geen festival, maar lekker ongedwongen zonder al te veel poespas. “Gewoon waar wij zelf ook naar toe willen”, zo omschrijft Hendrik Jan Bökkers, frontman van Bökkers, de zesde editie van ‘Koele Koele’ (met als motto ‘Gegarandeerd Wild’) op zaterdagavond 14 september in de grote zandkuil bij Luttenberg. Vanaf zeven uur ’s avonds treden daar aan de voet van de Luttenberg Ploegendienst, Blinde Ed, Roots Rising, Bökkers en de Stones Sessions op.
In zijn boerderij in de bossen tussen Raalte en Heino weet Hendrik Jan Bökkers nog precies waarom zijn band een kleine zes jaar geleden met de organisatie van Koele Koele begon.
“Als band zagen we tijdens onze optredens veel festivals. Wij wilden eigenlijk eens iets anders. Geen groot festival, maar gewoon een mooi feestje. Niet overgeproduceerd met grote podia, veel licht en andere poespas, maar iets in dat ongedwongen Woodstocksfeertje. Met een afrastering van maïs, een legertent als kleedkamer en een klein podium. Biertje en een hapje erbij, een leuke afsluiting van de zomer. Arjan (Pronk, bassist van Bökkers, red.) wandelt als Luttenberger vaak in die buurt en die noemde meteen de zandkuil als locatie. Binnen een jaar was dat bedacht en uitgevoerd. EV’hands in Hellendoorn doet de praktische uitvoering, want je moet ons niet met hekken laten sjouwen. En mij op een shovel laten rijden, lijkt me helemaal riskant.”
Vanaf het begin was Koele Koele een groot succes. Bezoekers uit de directe omgeving, veel daarvan op de fiets uit Luttenberg, maar ook uit de rest van Salland en de Achterhoek stroomden massaal toe; met bussen vol soms. “We hebben natuurlijk het voordeel dat we heel veel fans hebben die graag komen, dat zorgt voor een stevige basis.”
Toch ontkwam ook Koele Koele na een paar succesvolle jaren niet helemaal aan de trend van groter en beter. “Dat hebben we vorig jaar toch wat teruggedraaid. We kiezen nu weer voor twee kleinere podia waar de optredens elkaar afwisselen. Je zit bovendien gebonden aan grenzen. Meer dan 3.000 man kunnen er niet in die kuil, dan houdt het op.”
Balanceren
Wat vorig jaar al veranderde, was de programmering. De eerste jaren was Bökkers zelf de afsluitende act, nu treedt de band vanaf kwart voor tien halverwege de avond op.
“Gek genoeg hebben we daar nooit eerder over nagedacht. We merkten wel dat als wij stopten het feestje ook afgelopen was. Dan ging iedereen zo ongeveer naar huis. Terwijl we veel liever een lekkere afterparty-sfeer wilden. Vorig jaar trad daarom Roots Rising als laatste op, dit jaar zijn ze er weer. We hebben die band ooit op een van de Waddeneilanden gezien en dat optreden maakte indruk. Als leden van Bökkers zetten we zo’n band dan op ons verlanglijstje. Het is altijd balanceren tussen onze eigen smaak, die is niet echt mainstream, en die van het grote publiek. Dat is een zoektocht tussen wat de mensen en wat wij leuk vinden. Dat lukt trouwens behoorlijk goed want Koele Koele heeft inmiddels een heel eigen sfeertje. Met alle respect voor ze, maar Marco Borsato of BLØF zouden hier niet passen. Ik verwacht zelf dit keer veel van de Stones Sessions die afsluiten. Jonge gasten met heel veel energie.”
Arjan Pronk zal behalve met de Sallandse band ook een eigen optreden verzorgen. “Dat doen we vaker. Vorig jaar heb ikzelf nog een Johnny Cash-sessie gedaan, een van mijn favoriete zangers. En nu dus Arjan. En volgend jaar misschien wel Erik Neimeijer, wie zal het zeggen.”
Blote bast
Hoe gaat het inmiddels met Bökkers zelf? “Heel goed mag je zeggen. We spelen veel in het hele land, ook in Zeeland en Brabant. Tachtig, negentig optredens zijn genoeg voor Nederland. Meer moet je niet doen, want anders kom je jezelf tegen. We plannen nu beter dan in de beginjaren toen je met elk optreden blij was. Zes keer per jaar in Friesland, dat is genoeg. In Salland zouden we elke week wel kunnen optreden, maar dat doen we bewust niet, ook met het oog op Koele Koele.”
Is er veel verschil tussen bijvoorbeeld het zuiden en het oosten? En tussen stad en dorp? “Nou, je merkt echt geen verschil in de feesttent tussen een Heinoër en een Tilburger. Het is overal en altijd vooral feest en heel weinig of geen heisa. Overal staan ze in de blote bast vooraan mee te zingen en dansen. Pas waren we in Heeswijk-Dinther in Brabant. Wel, als je als een soort van dropping er geblinddoekt heen zou zijn gebracht, dan had je het verschil echt niet gemerkt tussen Brabant en Salland. Ik vind dat een mooie ontwikkeling. We treden ook in clubs op; Hedon in Zwolle, Metropool in Hengelo of Doornroosje in Nijmegen bijvoorbeeld. Dan zie je wel een ander publiek. Ik heb het gevoel dat dat niet of weinig naar tentfeesten op het platteland gaat. Of durft. Die luisteren meer naar onze muziek, ook niet verkeerd.”
Kaarten zijn nog te koop bij de bekende voorverkoopadressen (Café De Schoenmaker en café Spoolder in Luttenberg, Café De Droadnagel in Haarle, de Smulbaai in Heino, Primera in Raalte en Hellendoorn, De Budde in Nijverdal) of via staging2.koelekoele.nl.
Foto: Robert Westera