Niet elke boer gecharmeerd van luchtballonnen die op zijn weilanden landen
(Door Gerlant Zielman)
LAAG ZUTHEM – Met een luchtballon vanuit Laag Zuthem over Salland. Het is iets wat al vele inwoners van het dorp de afgelopen tien jaar hebben meegemaakt. De stoere verhalen aan de bar in het buurthuis liegen er soms niet om. Er wordt een tocht gepland om melkveehouder Gerrit Dijk te bedanken. Hij is de man die altijd belangeloos zijn grond beschikbaar stelt om op te stijgen.
Zijn buurman Gerrit van der Vegte gaat ook mee en ik mag ook aanhaken. Er is tegenwoordig veel gedoe over boeren die moeite hebben met luchtballonnen die op hun land landen. Dat terwijl elke boer verplicht is om een landing toe te staan. Ik wil het wel eens meemaken. Dat ik hoogtevrees heb? Geen probleem; komt allemaal goed.
Jaap Abbes is de kartrekker samen met ballonvaarder en oud-Heinoër Wim v/d Kolk, thans woonachtig in Dedemsvaart. Hun connectie? Ze zijn opa van twee dezelfde kleinkinderen, vertelt Wim op een kilometer hoogte. Er is weinig wind en het vertrek is rustig verlopen. De anderen kletsen honderduit. Zie je dit en zie je dat? “Jammer dat het geen mooier weer is”, merkt een van de twee Gerrits op. Nergens een zonnende dorpsgenoot te ontdekken, begrijp ik. Zelf moet ik vooral niet naar beneden kijken, maar in de verte, dan komt het allemaal goed met m’n hoogtevrees. Na een kwartier, we hangen boven Lierderbroek en gaan tergend langzaam vooruit, krijg ook ik weer babbels. Het uitzicht is fenomenaal. Heino, Lierderholthuis, Raalte, Wijhe, Herxen, maar ook Zwolle en Deventer zijn op een kilometer hoogte dichtbij. Al zoekend naar wind zijn we op die hoogte gekomen. Verder gaan richting Raalte kunnen we wel vergeten. Gerrit en Gerrit ontleden het landschap. Die boer en die boer, daar de loonwerker en daar die. We zien de maïspercelen van weidevogelboer Marcel Strijtveen (de nieuwe Sallandse Boer). Er is precies te zien waar dit voorjaar vogelnestjes zaten. Daar is met een grote boog omheen gezaaid. En we merken zijn wildstrook midden door het perceel op.
Op driehonderd meter komt er weer langzaam beweging in. We hebben wel een kwartier boven Bruggeman gehangen, merkt Gerrit Dijk later op. We gaan richting Wijhe en zijn een uur onderweg. Wim is met andere dingen bezig. Continu bijstoken, vooruit kijken. Er zit een bocht in de rivier Op deze koers komen we boven de IJssel te hangen. Daar vlakbij lopen koeien, daar staat maïs en daar lang gras. Misschien moet hij gaan landen want boven de IJssel heerst een andere luchtstroom en dan komen we er niet meer boven weg. Ter hoogte van de ‘Paddenpol’ voor Wijhe gaat hij heel laag, hopend dat er daar een andere stroming hangt, zodat we dwars de IJssel over gaan. We kunnen hier landen. Door de boordradio klinkt Jaap in de volgauto. “Deze boer wil niet hebben dat je op zijn grond landt.” Hij heeft contact aan de grond. Wim vraagt verbaasd om bevestiging. We hebben met elkaar dit perceel bewust uitgekozen. Een dag of tien geleden gemaaid, geen verse stront, kort bij een kavelpad en geen dieren, maar dan horen we het zelf, we mogen niet landen. “Mien va stekt oe dat ding hartstikke lek.” De verontwaardiging in het mandje is alom. Wim bemerkt dat we toch een iets andere koers hebben en begint te stoken. “Ik ga over de IJssel heen”, de volgauto begint te jagen. Het is bijna half tien. De veerpont vaart over tien minuten voor de laatste keer. Ze halen hem net, is vanuit de mand mooi te zien. Hoe heet die boer ook alweer, wil Gerrit D. van me weten. Is dat die of is dat die? Ik weet het wel, maar houd me stil. “Onbenullig stuk vreten”, gaat er door me heen. Elke boer is immers verplicht een landing toe te staan.
Aan de andere kant kruipen een paar pubers die het aan de waterkant, achter de maïs heel gezellig hebben met elkaar, gauw een meter uit elkaar. Als we ze passeren, roep ik: “Sorry dat we jullie gestoord hebben, heb nog even schik”. “Maak nie uut, kump goed”, schreeuwen ze terug. De anderen zijn ondertussen bezig met wat er in de verte ligt. Marle en daarna Vorchten. In onze baan liggen veel maïspercelen, vee dat in de weide loopt en stallen. Voor Marle wordt een perceel uitgezocht wat geschikt is voor landing. We moeten door de knieën, zodat we de schok op kunnen vangen. Een keer, een paar meter verder nog een keer en we staan. De volgauto is er nog niet. Er is nog geen contact met de boer geweest. Wim blijft in de mand, de Gerrits ook maar ik ben er uit. Het is mooi geweest. Geef mij maar iets met een motor en een stuur. In de verte wordt een grote trekker gestart. Vol gas komt de boer naar ons toe. De auto mag in het land komen, maar we moeten veel geld betalen. Hij heeft het over afspraken met LTO, maar vult zelf de bedragen in. “Ga jij maar met de auto mee, wij gaan de lucht weer in.” Samen uit, samen thuis, denk ik en ik stap toch weer in.
Kleine percelen, veel paarden in de wei en Wim moet stoken terwijl hij ondertussen praat tegen de dieren onder ons. Wij Zuthemers zijn ondertussen wel klaar met die boeren langs de IJssel in Wijhe. Dan maar landen op de openbare weg in Vorchten. Ik ben er als eerste uit, ga er niet weer in, wat er ook gebeurt. Twee auto’s stoppen, een stel jongelui komt eruit. Flesje bier in de hand. De een is de boer. Van de andere kant komt weer een grote blauwe trekker aan, het lijkt dezelfde en ik zet mij schrap. Het is toch een ander. Waarom we niet in het land geland zijn? En ja we mogen de ballon daar opruimen. Doe maar een fles Jägermeister zegt een lolbroek. Er wordt gezamenlijk champagne gedronken, een oud gebruik bij ballonvaarten. De bierdrinkers/jonge boeren krijgen hun fles drank. Die haalt het eind van de avond niet, verzekeren ze ons. Dat herkennen we, zo gaat dat in Zuthem ook als er een ballon landt. Maken we er samen een feestje van. Het is half twaalf als we thuis zijn. De Gerrits gaan zo weer mee, maar ik ben er klaar mee. Ik schrijf dat artikel met een flink stuk opinie, neem ik mij voor, terwijl we in Zuthem samen een biertje drinken en Wim vertelt: “In de dertien jaar dat ik vlieg, heb ik nog nooit boeren meegemaakt die zo extreem uit de hoek komen.” Voor mij is het wel duidelijk. We werden zo gedwongen om heel laag over veestallen en paardenweides heen te gaan, zodat die dieren alle kanten opvlogen. Je kan je als boer afvragen waarom al die ballonvaarten normaal moeten zijn, je kan je ook afvragen wat er was gebeurd als we bij de eerste gelegenheid geland waren.
Ballonnen mogen wettelijk gezien overal landen. De grondeigenaar moet de landing gedogen maar heeft wettelijk recht op een schadeloosstelling. Afspraken daarover zijn er niet, maar als er sprake is van schade dan is de regel dat dit onderling wordt geregeld. Bij de LTO komen verder weinig meldingen van boeren binnen. “Waar het dus op neerkomt is verantwoord ‘vliegen en landen’ door de piloot, de situatie overzien en als er sprake is van schade, dit goed oplossen met elkaar”, stelt Ben Haarman, voorzitter LTO Noord Regio Oost. Na landing in het land van een boer, mogen er zonder toestemming van de grondeigenaar geen voertuigen in het land. Een bergingsvergoeding (voor het landen en inpakken van de ballon) is niet wettelijk verplicht, maar als de grondeigenaar een cadeau niet op prijs stelt, is het gebruikelijk dat er een geldbedrag wordt gegeven. Daarbij worden richtbedragen genoemd van 35 euro per ballon met zes personen aan boord. De LTO heeft deze gedragscode niet ondertekend. Die is van mening dat de richtbedragen, gezien de professionaliteit van de luchtballonbranche, te laag zijn. Bovendien bieden de manden vaak ruimte aan meer passagiers dan zes.
De LTO is dus net zo inhalig als die twee boeren die jullie zijn tegengekomen. Het zou tijd worden dat de boeren zelf een gaan betalen om met hun zware en soms bemodderde voertuigen op de openbare weg rijden!
Zeker import Boskamper