HELLENDOORN – Voor het derde opeenvolgende jaar was Dauwpop al enkele weken voor Hemelvaartsdag uitverkocht. De 25e editie van het evenement mag op donderdag 30 mei zo’n 12.000 bezoekers verwelkomen. Voor organisator Rob Telgenkamp is dat geen reden om nu rustig achterover te leunen.
“Je kunt zeggen dat we ons feestje heel goed voor elkaar hebben, maar het schept ook verplichtingen. Het is nu eenmaal zo dat iedere bezoeker gewoon verwacht dat we het qua sfeer en beleving ook dit jaar weer goed voor elkaar hebben. Dat je een lekker biertje kunt drinken en een goede hap kunt eten zonder idioot hoge prijzen. Wat dat betreft is het eigenlijk niet iets waar je als organisatie extra mee kunt scoren. Terwijl als iets tegenvalt het wel negatief werkt. Daarom blijft het ook deze 25e keer weer spannend.”
Dat het bordje ‘Uitverkocht’ nu al drie jaar op rij bij de entree opgehangen kan worden, zegt in ieder geval veel over de huidige status van het festival in de bossen tussen Hellendoorn en Luttenberg. Met grote en minder grote namen als Nothing but Thieves, Kaiser Chiefs, De Staat, Ronnie Flex, Kraantje Pappie, The Fatal Flowers (een bijzondere reünie), Daniel Lohues en Bökkers is het een mooi affiche. Belangrijk, zo weet Telgenkamp. “Ik schat in dat het programma toch wel 50 procent bepalend is of het een succes wordt of niet. Goede namen op Dauwpop is echt een belangrijke voorwaarde.”
Mooie plek
Bij de start in 1995 ging het allemaal om meer bescheiden bezoekersaantallen. “Ik denk zelf dat er die eerste keer rond 1.100 bezoekers waren, maar anderen zeggen dat het er een paar honderd meer of minder waren. Op die plek organiseerde de MCNH (Motorclub Nijverdal Hellendoorn) al een treffen, maar dat liep wat minder. Ik heb toen de eigenaar, boer Bernhard, gevraagd of ik iets op die plek mocht organiseren. Het was en is natuurlijk een heel mooie plek. ‘Ga je gang maar’, zei Bernhard; voor een paar honderd euro kon dat. Ik had toen in ieder geval niet het idee dat we Dauwpop zoveel jaren later nog steeds zouden organiseren; dat het zo’n succesverhaal zou worden. Het is ook lang niet altijd makkelijk geweest, we hebben echt een paar hele slechte jaren gehad.”
Energie
Oud-Raaltenaar Telgenkamp, hij is ook vanaf het begin bestuurslid van Ribs & Blues, was in die tijd de uitbater van bluescafé de Lantaarn in Hellendoorn. “Eigenlijk verveelde ik me gewoon een beetje. Elke week had je een bandje in de Lantaarn. En als het druk was twee bands, dat was het dan ongeveer. De organisatie van zo’n nieuw feestje was mooi meegenomen, daarin kon ik mijn energie mooi kwijt.”
Inmiddels is hij zelf bijna 60 jaar, terwijl het publiek van Dauwpop vooral uit twintigers en dertigers bestaat. Loopt hij niet het risico te ver van deze jongere leeftijdsgroepen en hun (muzikale) voorkeuren af te komen staan? “Die vraag stel ik mezelf ook continu. Je moet niet bekend komen te staan als die ouwe, zure zeikerd natuurlijk. Maar ik bepaal ook lang niet meer zoveel als vroeger. Frank Satink is bijvoorbeeld de vaste programmeur. Frank is altijd bezig met muziek, kent iedereen en heeft nu bijvoorbeeld voor die reünie van The Fatal Flowers gezorgd. Frank kwam destijds met het plan om bijvoorbeeld hiphop een mooie plek te geven op Dauwpop. Niet echt mijn muziek, maar dan had ik maar een classic rock feestje moeten organiseren.”
Karikatuur
“Daarnaast moet je zorgen dat je bij de organisatie jonge mensen om je heen verzamelt. Ik werk bij de productie met heel goede en ervaren mensen die bijvoorbeeld ook actief zijn bij Lowlands en de Zwarte Cross. Die weten precies hoe je een goede sfeer krijgt zonder dat het ten koste gaat van de veiligheid, iets wat soms best wel botst. Daar moet je als Rob Telgenkamp niet altijd dwars doorheen gaan fietsen. Dat lukt me tegenwoordig trouwens beter dan vroeger. Dat is toch de ervaring en leeftijd vrees ik. Je moet in ieder geval geen karikatuur worden. Iemand waarvan ze zeggen, die moet eigenlijk een schop onder de kont krijgen en wegwezen. Dat heb ik vroeger, toen ik bij Lowlands werkte, wel bij anderen meegemaakt. Voorlopig blijft Dauwpop in ieder geval mijn feestje, ga daar maar van uit.”
Geneuzel
Gedreven rondlopend in korte broek, stevige werkschoenen en portofoon in de hand, nooit te beroerd om zelf even aan te pakken of zijn (soms behoorlijk ongezouten) mening te geven is Telgenkamp naar buiten toe toch nog altijd ‘Mister Dauwpop’. “Die korte broek wordt tegenwoordig wel iets minder. De meningen verschillen daarover. Maar ik ben flink wat kilo’s kwijtgeraakt afgelopen jaren, dus ik kan hem nog zeker aan.”
“Je bent toch vooral de gastheer voor het publiek, al heb ik een broertje dood aan overdreven gezeur en geneuzel, en voor de bands. Of die bands hele gekke dingen vragen? Valt best mee. Soms zetten ze iets raars op de ‘rider’ (de wensenlijst van een band voor de organisatie, red.), maar dat is meer bedoeld om te kijken of je dat leest als organisatie. Bij Dauwpop is altijd het uitgangspunt geweest dat een happy band belangrijk is. En als ze dan per se paprikachips willen in plaats van gewone, dan zorgen we ervoor. Niet moeilijk doen.“
Huiskamer
Bij de komende editie is de indeling van het terrein aan de Luttenbergerweg veranderd. “Zie het maar als je eigen huiskamer. Om de zoveel tijd moet je daar de boel ook flink opstoffen. Dat heeft niet te maken met de discussie of het wel of niet te vol zou zijn. Weet je, ook bij Lowlands kan niet iedere bezoeker tegelijk in de Alpha-tent. Of bij de Zwarte Cross. Je zult als bezoeker altijd keuzes moeten maken. En als je zeker wilt zijn dat je een bepaalde band wilt zien, dan moet je er vroeg bij zijn. Zo eenvoudig is het eigenlijk.”
Kensington stond vorig jaar op Dauwpop. Foto: Bart Heemskerk