Hij draagt een voetbalshirt en een fanshawl. Soms slaat hij met zijn vuist op zijn borst, in de buurt van zijn rood/witte hart, en brult een clubleus. Als er een doelpunt wordt gemaakt, gaat hij finaal uit zijn dak en rent in blote bast, samen met zijn vrienden, over de stoeltjes van de tribune.
Vorige week bereikte hij de halve finale van de Champions League. Op deze prestatie was hij apetrots: “Het is onwerkelijk. Ik moet er nog een beetje aan wennen dat we zo goed zijn. Maar ik wist dat we het in ons hadden. Het is fantastisch!” Pas bij de 1-1 dacht hij dat ze een kans zouden maken. Springend en hossend ging hij voorop in de strijd: “We zongen zo hard mogelijk met ons allen. Echt uit volle borst. Uitgeput keken we elkaar soms even vol ongeloof aan. Het zou toch niet? Maar het gebeurde echt! We hielden vol. En we wonnen!”
Niet lang na de wedstrijd moest hij weer met de bus terug naar Nederland: “Die bus vertrok rond een uur of één en ik ben als een blok in slaap gevallen. Ik was kapot. Toen ik een paar uur later wakker werd, besefte ik dat het allemaal écht gebeurd was. Onwerkelijk. We hadden het geflikt!”
Ondertussen is zijn voorbereiding op de halve finale al in volle gang. Hij is zelfs al op zoek naar treinkaartjes voor Engeland. Alles voor de club. “Ik speel het liefst tegen de Spurs. Voor City had ik een beetje vrees. Tot voor kort dan, want voor Real en Juve waren we ook bang.”
Hij balt zijn vuist ter hoogte van zijn kin. Nooit eerder in zijn leven voelde hij zich zo geweldig: “We pakken ze allemaal!”
staging2.brettsnap.nl
brettcolumn@hotmail.com