Ken je die reclame waarmee iemand met een halve kip het aanrecht schoonmaakt? Dat doe ik dus ook. Ik vervang namelijk bijna nooit het vaatdoekje. Mam, als je dit leest: sorry dat ik je teleurstel. Je hebt me heus goed opgevoed. Ik ben een nette jongen. Ik snap alleen dat gedoe met die vaatdoekjes niet zo goed.
Volgens het Voedingscentrum moeten we iedere dag ons vaatdoekje vervangen en deze wassen op zestig graden. Daar raak ik dus van in de war, zo’n regel. Iedere dag een doekje in de trommel wassen lijkt me niet zo efficiënt. Wachten tot de trommel vol is, is beter. Maar dan dient zich weer een ander probleem aan: ik heb maar vier vaatdoekjes.
Toen ik er laatst met mijn collega’s over sprak, bleken er ook andere oplossingen te zijn. Zo was er iemand die zijn doekjes iedere dag met zeepsop en chloor wast. Een ander deed de dagelijkse vaatdoek drie minuten in de magnetron. Pap, als je dit leest: sorry dat ik je teleurstel. Je hebt me heus goed opgevoed. Het is inderdaad jammer dat je zoon met collega’s over vaatdoeken praat in plaats van over Real Madrid.
Het grootste punt van het Voedingscentrum is natuurlijk de hygiëne. De wc-bril van een openbaar toilet schijnt minder bacteriën te bevatten dan een doekje die al twee dagen op het aanrecht ligt. Zelfs de tong van een hond heeft minder bacteriën. En al die bacteriën smeer ik dus blijkbaar dagelijks uit over ons aanrecht. Ben trouwens benieuwd of we na deze column nog vaak vrienden te eten krijgen.
Maar waar het om gaat: we zijn nooit ziek. Ik niet, mijn vrouw niet, mijn kinderen niet. Geen buikloop, diarree, griep, niets. Waarschijnlijk dankzij het vieze vaatdoekje. Dat heeft ons resistent gemaakt. Het is de nieuwe griepprik! Ik stel voor dat we in Nederland stoppen met inenten en massaal overgaan tot smoezelige vaatdoekjes. Leve de halve kip waarmee we ons aanrecht schoonmaken!