Rob Boerkamp, Mark Willemsen en Hans Sleurink houden open dag bij monomestvergister in Olst
OLST/BOSKAMP – Een hele uitdaging, zo noemen de initiatiefnemers de bouw van de grote monomestvergister bij de melkveehouderij van Rob Boerkamp aan de Steunenbergerweg 7a in het buitengebied van Olst (tussen Middel en de Boskamp). Na jarenlang plannen maken, begon vorig jaar november de bouw en nu draait de installatie volop. Zaterdag 29 december van tien tot vier uur is iedereen, jong en oud, boer of burger, welkom om zelf een kijkje te komen nemen.
Eigenlijk begon het ooit op een buurtbarbecue. Daar werd verteld over een sisalplantage in Afrika, waar te weinig mest is zodat de bodem uitgeput raakte. Terwijl in Nederland dus genoeg mest is. “Maar die mest naar Afrika verschepen, is gewoon niet haalbaar”, zo zegt Mark Willemsen, zzp’er op technisch gebied en vanaf de kleuterschool op de Boskamp al bevriend met veehouder Rob Boerkamp. Wel ging het balletje rollen; wat als je die mest nu eens zou drogen en verwerken tot een veel makkelijker te transporteren product? Dat leidde uiteindelijk tot de huidige imposante installatie die sinds enkele maanden draait.
De werkwijze is relatief simpel. De mest van de 350 koeien van Rob gaat zo snel mogelijk de vergister in, wordt daar verwarmd tot 40 graden en dat levert biogas op, pakweg 800 tot 1000 kuub per dag, genoeg voor zo’n 400 huishoudens. Na bewerking gaat dat groengas het gewone gasnet in. “En door die directe verwerking van de mest komt er jaarlijks 1500 ton CO2 minder in de lucht vergeleken met de normale gang op een veehouderij. Dat is dus de jaarlijkse uitstoot van zevenhonderd auto’s. Ter vergelijking, op de hele Boskamp rijden 610 auto’s rond”, vertelt Mark. De vergiste mest, zonder het biogas dus, gaat dan de Woxaio in, waar het wordt verwarmd tot boven de 70 graden (verplicht bij export om eventuele ziektekiemen en onkruiden te doden) en levert dan uiteindelijk droge korrels op.
De 15.000 ton mest per jaar van de koeien van Rob leveren 1500 ton korrels op. “Die verkopen we aan particulieren, maar ook de tuinbouw in buiten- en binnenland. In de winkel kost zo’n emmer met 8 kilo korrels een tientje, maar dat krijgen wij er helaas niet voor. We verkopen zelf ook hier langs de weg en via internet, dan is de marge uiteraard hoger”, legt Rob uit. Uiteindelijk blijft er na het ongeveer 6 tot 8 weken durende proces een kleine hoeveelheid mestwater over. “Technisch is het mogelijk om dat zo te bewerken dat het op de sloot geloosd mag worden als zuiver water. Dat is alleen heel erg duur. Bovendien zit er bijvoorbeeld nog fosfaat in, dus rijden we dat over het land uit.”
Doso
De inkomsten van de korrels vormen samen met de vergoeding (via zuivelcoöperatie FrieslandCampina) voor het groengas, de CO2-reductie en overheidsmilieusubsidie het verdienmodel dat het mogelijk maakt om de investering van meer dan een half miljoen euro rendabel te maken. Mark en Rob doen dat samen met een tweede zzp’er, Hans Sleurink, middels hun gezamenlijke bedrijf ‘Doso’ (Dutch Organic Soil Optimizers). Hun taakverdeling is duidelijk; Rob levert de mest van zijn koeien aan en werkt een uurtje per dag mee bij de vergister, Rob doet de complexe techniek en Hans de vermarkting van de droge mestkorrels.
Daarnaast hebben de beide zzp’ers nog andere werkzaamheden elders. “Ik ben een veehouder, zorg voor mijn dieren en het bedrijf, ik heb geen tijd voor al die techniek en afzet,” zegt Rob eerlijk. “Deze samenwerking bevalt heel goed. Natuurlijk moet je dan wel een zekere omvang hebben als veehouderij.”
Als alle mest van zijn bedrijf (en straks ook van de tweehonderd stuks jongvee op een tweede locatie bij Wijhe) wordt vergist en verkocht, waar bemest hij zijn eigen weilanden dan mee? “Met mest van andere boeren. In Salland is een overschot, daarom rijden er tientallen mesttransporten naar akkerbouwgebieden in Noord-Nederland. Met deze installatie lossen we dat overschot voor een deel op. Met dus minder mesttransporten en over een veel kortere afstand. Dat geldt ook voor de korrels, daarvoor heb je maar 40 vrachtwagens per jaar nodig om af te voeren, minder dan 1 per week dus.”
‘Niet aan de orde’
Mestvergisters hebben niet altijd een goede naam. In het verleden klaagden omwonenden veel over stankoverlast van het toenmalige Biogreen in Heeten. In Dalfsen leverde het zelfs een knokpartijtje op met demonstranten. Dat is in Olst niet aan de orde. “Ruik zelf maar, niks te merken ook al sta je er pal naast. Heeten was een co-vergister. Naast koeien- en varkensmest werden daar andere restproducten uit bijvoorbeeld de voedingsindustrie aan toegevoegd. En dat ruik je dan ook. Hier hebben we een monovergister. Alleen onze eigen koeienmest gaat daar in en niks anders. En dat levert dan groen gas op, minder CO2-uitstoot en een product waarvoor veel minder transport nodig is. Het lijkt me dat iedereen daar blij mee is.”
Rob, hij is ook lid van Salland Boert en Eet Bewust, kan zich wel eens ergeren aan de vele kritiek op de landbouw, bijvoorbeeld over het feit dat hij zelf niet aan weidegang doet. “Kijk hier in de stal naar de rust en regelmaat bij onze koeien. Er zijn in dit land meerdere manieren om koeien te houden; gangbaar, biologisch, met of zonder weidegang. Boeren kunnen daar uit kiezen net als de consument. Laten we elkaar in onze waarde laten, allemaal hebben we respect voor dier en milieu. En ga dan niet alleen maar staan te roepen vanaf de zijkant maar kom hier gewoon kijken. Daarom hebben we de open dag zaterdag 29 december georganiseerd. Om te laten zien wat we doen en dat we helemaal niks te verbergen hebben.”
Foto: Hans Sleurink, Rob Boerkamp en Mark Willemsen voor de monomestvergister in Olst waar zaterdag 29 december een open huis voor iedereen wordt gehouden.