Slungel

Op het station van Groningen leek het dan eindelijk herfst te worden. In de vroeg intredende duisternis glommen de natte spoorstaven in het kunstlicht. Dat kon nog wel eens glibberen worden bij Assen. Terwijl ik mezelf betrapte op een onbestemd gevoel van onvrede ten aanzien van mijn werk stapte ik tegelijk met een jongeman de trein in. Ik liet hem voor. De klant is tenslotte koning. ‘Dank u’, zei de jongen. Een keurige slungel leek het me. Echter wel van een leeftijd, ik schatte hem een jaar of negentien, dat ze het bloed onder moeders nagels vandaan kunnen halen. ‘Waar is je jas Sjoerd?’ Zucht uit de keuken. ‘Sjoerd! Het wordt kouder. Wáár is je jás?’ En dan het uitrekken van twee lange benen en een gaap: ‘Jaaha mam. Kan zijn die die nog bij Naomi ligt. Kijk morgen wel even.’
Die typische dromerige onafhankelijkheid die jonge kerels hebben was ik in de loop der jaren toch aardig kwijt geraakt. Ik dreigde af te glijden naar een nieuwe status van oude spoormopperpot. Vroeger was alles beter nietwaar?
De weersverandering was aan de jongen voorbijgegaan. Twee blote armen staken uit een pastelkleurig poloshirt (Waren die weer hip? Toch maar eens even achter in mijn kast kijken). In zijn hand hield hij een familiebak ijs. Drie smaken: vanille, chocolade en aardbei. Uit de kontzak van zijn spijkerbroek stak een lepel.
Twee uur later, in Utrecht, stapten we ook samen weer uit de trein. Ik wees op de lege bak. ‘Was het lekker?’ Hij lachte: ‘Mwah, best. Het vult goed hè mijnheer.’ In de centrale hal deed hij de bak bij het PMD afval. Zoals ik al dacht: een keurige slungel.
Jaloers op zijn onbekommerde jeugdigheid liep ik naar de personeelskantine en begaf me tussen mijn collega’s .

staging2.brettsnap.nl
brettcolumn@hotmail.com

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.