Pubers liepen in historische kledij heen en weer. In plaats van smartphones droegen ze koffers. In de voormalige Bruna zetelde de regisseur. Ik nam plaats op een bankje, rolde mijn boterhammen uit het aluminiumfolie en probeerde wat op te vangen van de repetities.
Even was er pauze, Een aantal acteurs verzamelde zich om mij heen. Nieuwsgierige, open jongelui, enigszins opgelaten door het toneelspel. Verstoken van hun oordopjes begonnen ze zowaar een gesprek. Of het leuk was om machinist te zijn, wie er door mijn portofoon zat te kletsen, of ik al lang bij het spoor werkte. Dat soort dingen. Ik informeerde op mijn beurt naar de voorstelling, of ze op de theaterschool zaten. Hun vader bleek de regisseur. Hij kwam uit zijn kantoor: ‘Dante en Phebe, komen jullie even naar het architectenbureau?’ De kinderen veerden op: ‘We komen eraan Jolmer!’
Dante, Phebe, Jolmer. Een voorbestemde theaterfamilie. Zou de moeder Beatrice heten? Vaak vallen kinderen zo in de plooien van het opgemaakte bed van hun ouders. Max wordt autocoureur. Jeffrey motorcrosser. Aaf columniste. Beatrix koningin. Ook veel collega’s hebben een spoorvader. Zij heten Alinda, Barbara, Erwin of Robin.
Afgelopen week had ik een kort gesprek met een op leeftijd rakende smid over zijn opvolging. Geen van zijn kinderen bleek het vak te ambiëren. En ook zijn kleinkind had een andere toekomstdroom: ‘Hij wil danser worden. Gaat iedere dag met de trein op en neer naar de balletschool.’
Mooi dat er ook appels zijn die wat verder van de boom vallen.
staging2.brettsnap.nl
brettcolumn@hotmail.com
“