Een lezing die gaat over ‘op weg gaan’ lijkt mooi te passen in deze vakantietijd, maar niet zo, toch? Niemand gaat toch zo op reis, zonder bagage of geld? Althans niet vrijwillig.
Maar misschien is het bij nader inzien toch juist een mooie lezing voor de vakantietijd. Gaan zonder ballast. Zonder onnodige bagage. Is dat niet juist wat we in de vakantie zoeken? Even weg van alle drukte, alle moeten, alle verplichtingen, van alles wat soms zwaar drukt op onze schouders. Even vrij zijn, even geen druk voelen. De rugzak een beetje leger maken. Vakantietijd is ook een gelegenheid om je te bezinnen. Je af te vragen wat belangrijk is in je leven, waar het nu eigenlijk om gaat. Waar het misschien een beetje minder kan, bijvoorbeeld als het gaat om werk, consumeren, verspillen, egoïsme. En waar het juist misschien een beetje meer mag zijn, als het gaat om je dierbaren, aandacht, stilstaan bij anderen, rust, gebed, stilte, het milieu. En dan proberen zo weer verder te gaan, in je gewone dagelijkse leven.
Jezus stuurt zijn leerlingen twee aan twee op weg. Dat lijkt een detail in de lezing, maar is van groot belang. Je hoeft niet alleen je levensweg te gaan. Het is de bedoeling dat we samen gaan. Met elkaar op weg. Dat we onderweg zorg hebben voor elkaar, naar elkaar omzien, elkaar voorthelpen, steunen, troosten, bemoedigen. Maar ook als we het gevoel hebbe er alleen voor te staan, ons in de steek gelaten voelen door mensen, belooft Jezus ons zijn nabijheid. Hij gaat in elk geval met ons mee. Ik zal er zijn, is zijn belofte aan ons, Gods Naam aan ons geopenbaard. Hij vangt ons op en draagt ons in moeilijke tijden. Daar mogen we op vertrouwen. Hij wil onze metgezel zijn op onze levensweg.
Vakantietijd, een tijd om ons te bezinnen op wat we echt nodig hebben op onze levensweg en met wie/Wie we die weg willen gaan.
Moni Klein Gunnewiek
Geestelijk verzorgen ZGR