Heerlijk land van mijn dromen, ergens hier ver vandaan,
waar ik zo graag wil komen, daar waar geen leed kan bestaan.
Droomland, oh ik verlang zo naar Droomland.
Daar is steeds vree, dus ga met mij mee
Samen naar ’t heerlijke droomland
Dit zijn de beginregels van een prachtig lied waar ik heerlijk bij weg kan dromen. Even de wereld achter mij laten waarin ik van alles en nog wat moet doen. Want, tjonge, wat moeten we toch veel. Wat moeten we toch veel praten, hollen, vliegen en draven. Opzij, opzij, opzij..ik ben druk, ik heb haast. Moet dat echt allemaal? Het is wel de realiteit voor velen van ons. Een realiteit waarin mensen nauwelijks meer tijd hebben of nemen om wat voor zich uit te dromen.
En wat kan juist dát heerlijk zijn. Even je fantasie het werk laten doen. Want wat is er mis mee om te dromen dat “rotwerk hebben” niet het laatste is; dat “gepest worden” niet het laatste is; dat “verdriet hebben”niet het laatste is; dat “ik weet mij geen raad”of “wat is de wereld een puinhoop”niet het laatste is. Wat is er mis mee om te dromen van een heerlijke vakantie? Wat is er mis mee om te dromen van een plaats waar je gezien en gekend wordt? Wat is er mis mee om te dromen van een mens, een man of vrouw, die juist van jou gaat houden?
Door de eeuwen heen heeft onze mensengeschiedenis Godzijdank steeds weer mensen opgeleverd die de tijd durfden te nemen om te dromen en hun dromen met ons te delen. De grootste onder hen is voor mij Jezus van Nazareth maar ik denk ook aan profeten als Jesaja en (dichter bij onze tijd) ds. Martin Luther King, Mahatma Ghandi, Nelson Mandela. Midden in de vaak zo grauwe, liefdeloze wereld durfden zij de tijd te nemen om te dromen van een totaal andere wereld, een wereld van vrede, liefde en gerechtigheid, Gods koninkrijk op aarde.
En zij namen hun dromen ook serieus. Zij ontleenden er de kracht en de inspiratie aan om zich te weer te stellen tegen onrecht en discriminatie en te werken aan een wereld waarin ieder mens recht wordt gedaan. Nogal wat van “die dromers” hebben dat met de dood moeten bekopen. Maar hun droom spreekt nog steeds (aan).
Droomland. Zoeken wij daar eigenlijk niet allemaal naar? Rennen, vliegen en hollen wij daarom zo hard? Maar misschien zijn wij met al dat gehaast de plaats van onze dromen allang voorbij gehold. Hopelijk komt u dan die droomplaats in de komende zomermaanden thuis of elders weer opnieuw tegen. Hoe het ook zij, ik wens u een zomerperiode om van te dromen.
Harry Bloo, pastor parochie H. Kruis en H. Lebuinus