“Die bodem is hartstikke ‘fit’. Wat u op de foto ziet is een groenbemester die is ingezaaid vorige herfst direct na de maisoogst. Deze groenbemester bindt stikstof (N) die in de herfst nog beschikbaar is in de bodem en voorkomt daarmee stikstof-uitspoeling naar het grondwater. Om de vastgelegde stikstof weer beschikbaar te krijgen voor het volgende maisgewas, moet de groenbemester al op tijd weer afgebroken worden, want het duurt even voordat het gras is verteerd.
Dit kun je doen door het gras op tijd onder te werken. Maar vaak is de draagkracht van de grond vroeg in het voorjaar nog te slecht. Dan verniel je de bodemstructuur. Een goed alternatief is om de groenbemester met een hele lage dosering glyfosaat te vernietigen. Daarmee voorkom je structuurschade en je bespaart veel brandstof. Tevens kun je zo besparen op een latere bespuiting, want je hebt dan na opkomst van de mais geen last meer van grasachtige onkruiden. Als je die dan nog moet bestrijden, heb je een hogere dosering en een schadelijker middel nodig, waar ook de jonge maisplant nog eens last van heeft.
Verder heeft glyfosaat geen nadelige invloed op de bodem of het bodemleven. Het is het meeste onderzochte bestrijdingsmiddel ter wereld. Boeren gaan er zeer zorgvuldig mee om. Elk jaar volgen we verplichte cursussen om onze kennis op peil te houden. Ook worden de veldspuiten verplicht gekeurd, vergelijkbaar met een apk-keuring van de auto. Kortom, boeren weten wat ze doen en doen dit veilig en verantwoord. En dan vind ik het droevig dat u denkt dat de bodem niet fit zou zijn.”
Lees ook: Jan Overesch: “Duurzame landbouw heeft geen gif nodig”
Meer foto's
