Ik vind paaseitjes fantastisch. Helemaal nu ik op een leeftijd ben waarop ik ze niet meer zelf uit de tuin hoef te vissen. Vroeger verstopten mijn ouders de eitjes en moest ik eerst drie kwartier zoeken voordat ik kon genieten. En als ik pech had, vond ik een blauwe terwijl ik liever pure chocolade heb. Of erger nog: een witte.
Wat ik vroeger ook deed – blijkbaar was mijn geduld groter dan mijn zin in chocola – was het papiertje (aluminium omhulsel) proberen te verwijderen zonder dat het scheurde. En daarna alle vouwen eruit strijken totdat ik een gekleurd glad stukje aluminium had. Tegenwoordig is mijn drang naar het eitje te groot voor zulke fratsen.
Het grootste nadeel is dat paaseitjes zo duur zijn. Vorig jaar kocht ik ze dan ook ná Pasen. Bij Hema mocht je toen zelf een doosje vullen voor de helft van de prijs. Het doosje had flapjes, maar er stond niet bij dat het doosje dicht moest kunnen. Tuurlijk keek het kassameisje een beetje raar toen ik stapvoets aan kwam lopen met een piramide op het doosje. Maar brutale mensen hebben de halve wereld. En ik had zeker tien extra paaseitjes.
Koffie-crisp, discodip en tompouce. Ik vind het geniaal. En het wordt volgend jaar nog gekker, let maar op. Vroeger was een hazelnootvulling al speciaal. Volgend jaar halen we onze neus op voor discodip. Als ik Hema een tip mag geven: mergpijpvulling, kaneel-anijs en appelstroop. Denken jullie mee? Ik ga vast naar Amsterdam. Eitjes halen.
Meer foto's
