Ik ben er zelf ook wel eens ingetrapt. Dagenlang zit de internationale dag van liefde in je hoofd. Je wilt iets doen, maar een bosje bloemen van de supermarkt, een doosje bonbons van de banketbakker, het is het allemaal net niet. Je zoekt iets speciaals en piekert je suf. Totdat je vrouw zegt: “we doen toch niet aan Valentijnsdag hoop ik? Je hoeft echt niets voor me te doen hoor schat. Verras me maar een andere keer.”
Luisteren naar je vrouw is op zo’n moment een grote fout. Ze bedoelt namelijk: “commerciële idioterie of niet, op Valentijnsdag móet je iets voor me te doen. En dat hoeft echt geen duur sieraad te zijn. Een ontbijt met een lekker croissantje is ook goed. Of een onverwachtse reservering bij de sushi-tent. Desnoods een lief kaartje bij een roos. Maar doe in godsnaam iets!”
Overigens moet je dat ‘iets’ ook niet te letterlijk nemen, want het mag geen praktisch cadeau zijn. Nooit. Zo gaf ik mijn vrouw eens een TomTom cadeau. Het is jaren geleden, maar ik moet het nog steeds aanhoren. En niet alleen ik. Al haar vriendinnen weten er ook van. En zo flikkerde ik ineens meerdere treden naar beneden op de ladder van romantiek en blijf ik voor altijd die man die praktische cadeaus gaf.
Al jaren probeer ik mijn fout te herstellen. Ook dit jaar ga ik weer voor pure romantiek. Mijn vrouw leest deze column ook. Schatje, als je dit leest, trek aan wat op bed ligt, stap in de auto en zet de TomTom aan. Je praktische cadeau brengt je naar me toe. Tot zo!