“Ik heb wat met politiek. En tegelijk iets er tegen.
Een voorbeeld: op de middelbare school deden we een opdracht over politiek. Ieder groepje ging met een onderwerp aan de slag en mijn groepje ging enthousiast in de wijk Blekkerhoek praten met allerlei mensen over nut en noodzaak van de speeltuin. Daarna gingen we in debat met de andere groepen over het verdelen van geld dat beschikbaar was gesteld. Onervaren als ik was verwachtte ik een belangenafweging en overleg. In plaats daarvan werd het een mondelinge strijd, waarbij het belangrijkste was wie het best kon debatteren. In een latere debattraining was de slogan: het gaat er niet om wie er gelijk heeft, maar wie gelijk krìjgt. Het is werkelijk een prestatie als je goed kunt debatteren, en vaak is het voor de toehoorder ook nog eens heel vermakelijk. Maar lees die slogan nog eens vanuit je blik als inwoner. Ik snap heus wel waarom het in de politiek zo werkt hoor. En toch is het raar dat we dat allemaal zo normaal vinden.
In mijn werk zet ik me in voor lokale initiatieven; aan de voorkant zogezegd. De meeste van hen hebben vroeg of laat te maken met de overheid. Dan is het heel bepalend voor de slagingskansen of je elkaar weet te vinden. Toen ik drie jaar geleden werd gevraagd om politiek actief te worden leek me dat dan ook een mooie kans om eens ‘aan de andere kant’ van de tafel te zitten; gevoel te krijgen bij hoe de politiek werkt. Vanaf de start met de heldere boodschap dat ik geen politieke ambitie heb. Ik voel in elke vezel dat ik daar ongelukkig van zou worden in het huidige systeem. En dus heb ik een jaar of twee als steunfractielid meegedraaid: meepraten en meedoen, zonder formele bevoegdheid.
Ik zag oprechte betrokkenheid bij Raalter raadsleden van de verschillende partijen, inclusief bijbehorende dossierkennis (een diepe buiging daarvoor). En ik zag de wil om te praten met en luisteren naar inwoners. Mijn verwondering over ‘het politieke spel’ is echter niet verdwenen. Dat spel zorgt er voor dat raadsvergaderingen geen vergaderingen zijn, maar een soort slotacte: publieke politieke presentatie waarin je jezelf als persoon en als partij wilt profileren. Met de eerstvolgende verkiezingen als doorlopende trigger. Ik heb me vaak afgevraagd of dat nou niet anders zou kunnen. Toen zag ik op TV David van Reybrouck voorbij komen bij DWDD. Hij vertelde over zijn boek ‘Tegen Verkiezingen’. En meteen ging er bij mij een lichtje aan. Zijn oplossing gaat (in ieder geval op dit moment) wat ver, maar zette mij wel aan het denken over praktische, werkbare alternatieven om de lokale democratie te verfrissen.
Zoals hoogleraar Jan Rotmans het zegt: ‘Nederland kantelt, van een centraal aangestuurde top-down samenleving naar een samenleving van horizontale verhoudingen, waar vernieuwing en ontwikkeling van onderop plaatsvindt.’ De aankomende omgevingsvisie zet daar bestuurlijk nog wat extra druk achter. Het is dus niet de vraag òf, maar hòe en wanneer dat kantelen vorm krijgt: dan kunnen we maar beter met mekaar keuzes maken, over hoe we dat in Raalte willen doen.
En intussen zijn we dus zover dat het Mangs Bu-j Te Bange inspiratiefestival wordt gehouden. Daarmee willen we duidelijk maken dat er al op verschillende plekken in het land inspirerende voorbeelden zijn van lokale democratische vernieuwing. En dat je niet te bang moet zijn om daarin maar gewoon eens iets te proberen. Met de Raad op Pad en Groen Samen Doen heeft Raalte al laten zien ‘niks te bange’ te zijn, en een goed begin is het halve werk. Ik hoop van harte dat we in Raalte de stap gaan zetten naar meer mooie experimenten op het gebied van bestuurlijke vernieuwing. Want ik ben er van overtuigd dat we uiteindelijk allemaal hetzelfde willen: in goed overleg een gezamenlijke belangenafweging maken ten behoeve van de samenleving als geheel. Van debat naar een brede dialoog.
Giny Hoogeslag”