Onderweg zie ik dat de contouren van de Vechtuiterwaarden alweer goed zichtbaar zijn. Het meeste regenwater is afgevoerd. Een paartje meerkoeten laat duidelijk van zich horen. Twee winterkoninkjes dartelen door de net geknotte wilgentakken. En daar zitten de vrijwilligers op een houtblok met een welverdiende mok snert.
Langs de vijfhonderd jaar oude havezate toer ik verder richting IJssel. Het is wel even wennen nu de oude bomen in de historische tuin omgewaaid zijn. Op de dijk is het opvallend rustig. Alleen sluipverkeer als ganzen over de dijk en ook motoren nemen een sluiproute.
Het hek naar de dijk is open en ik stap de IJsseldijk op. Inderdaad, het water stijgt nog steeds. Regen en smeltende sneeuw uit de Alpen zijn de oorzaak. Geen reeën vandaag en ook geen zeearenden te zien. Wel is daar het nest van zo’n twee meter in doorsnee goed te zien. Die heeft een beste knauw gehad van de storm en hangt aardig scheef. Een roffelende grote bonte specht, kieviten, ganzen, wat barmsijzen en ook koperwieken en zelfs al een zingende merel. De natuur reageert al op het warme weer. Eind januari 2018, waar blijft die winter?