Het hagelt daarginder, daar is geen wachten op. Dat waait er wel langs. Het eerste stuk gaat langs de bosrand. Daar schiet een fazantenhaan weg. Dekking in de bosrand en eten van de maisbult. Een roodborstje hipt zenuwachtig heen en weer. Een buizerd zit met de vleugels wijd. Stop maar met drogen want komt de hagelbui al. Op de vlakte wordt het menens. De wind is snijdend koud. Schotse hooglanders kijken niet op of om. Links zijn de vraatschade van ganzen en de uitwerpselen duidelijk te zien. Terecht dat veehouders hier een vergoeding voor willen. De beesten zitten nu aan de andere kant van de dijk. Veilig aan het water van het natuurreservaat.
Kijk, deze Anti tankmuren op de dijk zijn in de 2e wereldoorlog onder dwang gebouwd voor de Duitse ‘Organization Todt’ om de opmars van het geallieerde leger langs de Vecht te vertragen. En daarachter, in de ondergelopen uiterwaarden, waar in april en mei zoveel kievitsbloemen bloeien is nu blauwalg geconstateerd. Dat hoor je niet vaak in de winter. Duidelijk is een vieze blauwgroene drijflaag op het water te zien.
Zo, hier voorbij de betonnen verdedigingsmuur volgen we het fietspad naar beneden. Het halve fietspad staat blank. En daar komt de volgende bui alweer. Die nemen we ook maar op de koop toe. Natter kan ik niet worden. Het was me het weekje wel. Winterse buien, hagel, natte sneeuw, een waterig zonnetje, mooi gekleurde en altijd ronde regenbogen, storm en ook fraaie fascinerende luchten. Ach de winter heeft zo zijn lasten maar ook zijn charmes. Er niet op uit gaan is geen optie…