Het zompige schouwpad is opengesteld voor recreatief medegebruik. Honden moeten aangelijnd, anders word gedreigd met artikel 461. Behalve een stil en grijs uitzicht zie ik in de verte twee honden midden in de weidse graslandpercelen. De oever langs de waterkant is over een hele lengte ingezakt. Door de druk van hoge grondwaterstanden en lage slootpeilen word het wegschuiven van het talud in de hand gewerkt.
En zie, daar zijn onze jachthondjes. IJverig bezig met het pesten van de muizen die zich graag ophouden in oude mollengangen en de ruige en begroeide slootkanten.
Verderop liggen schapen op het nog enigszins droge stukje bij de hekkendam. Op de plas zwemmen wilde eenden, zwanen, waterhoentjes en een viertal nonnetjes. Het blijven leuke beestjes. Een gans word zenuwachtig en in no time gaan ze allemaal op de wieken. Twee aalscholvers staan te drogen en tussen het riet staat een grote zilverreiger.
Zo, dat was nog best een warme wandeling. De speelse honden zijn nog steeds aan het graven en in de verste verte is nog steeds geen baasje te zien. Door het enthousiaste jachtinstinct zijn deze mooie beesten, ver van huis, al zelfstandig het terrein aan het afzoeken. Dat belooft niet veel goeds voor dit weidevogelreservaat…