Huls diende in oktober vorig jaar al een klacht wegens discriminatie in bij het College voor de Rechten van de Mens. Die klacht werd echter niet in behandeling genomen omdat het om discriminatie op van de woonplaats (Overijssel) gaat. Het College oordeelt alleen over zaken die met discriminatie wegens o.a. godsdienst, levensovertuiging, ras, nationaliteit of geslacht hebben te maken.
Als er in de periode 2005-2010 in Overijssel net zo veel geld per inwoner besteed zou zijn als in Utrecht, dan was er volgens de berekeningen van Huls in deze provincie 1,2 miljard euro meer voor wegen beschikbaar geweest. Volgens Huls komt daar nog bij dat de provincie Overijssel zelf veel bijdraagt aan rijkswegen en dat maar ruim 4 procent van de in Overijssel opgebrachte wegenbelasting ook daadwerkelijk aan rijkswegen in deze provincie besteed wordt.
Direct nadat de Raaltenaar nul op het rekest had gekregen bij het College voor de Rechten van de Mens, kondigde hij al aan naar de rechter te stappen. Onlangs heeft hij officieel een uitgebreid verzoekschrift bij de rechtbank ingediend. Daarin stelt hij dat het ministerie opdracht moet krijgen om de eigen meerjarenbegroting snel aan te passen ‘en de prioriteiten te leggen bij de achtergestelde provincies.’ In Overijssel zou dat betekenen dat de rijkswegen 35 (Zwolle-Enschede), N36 (Almelo-Ommen) en N60 (Zwolle-Emmeloord) zo snel mogelijk volwaardige autosnelwegen worden.
Daardoor wordt volgens hem ook voorkomen dat geplande investeringen bij onder meer kruispunt Bos (‘Halfslachtige oplossingen’) over enkele jaren weggegooid geld zijn. Bovendien wordt de onmogelijke situatie in Mariënheem opgelost door een echte rondweg. Volgens Huls is dat extra geld beschikbaar als de grote investeringen voor vliegveld Lelystad uitgesteld worden.