De chauffeur was furieus, zo bleek. Hij brieste en sloeg met zijn handen op het stuur. ‘Derde! Verdomme! Hij lag derde! Van de vijftiende plek vertrokken hè. Omdat er weer eens iets aan die kut motor van hem mankeerde. Gewoon een geniale inhaalmanoeuvre was het. Ze maken de Formule 1 kapot, mijnheer! Ferrari bepaalt alles!’
Ik keek naar het glimmende, kale achterhoofd van de chauffeur en gaapte zo onhoorbaar mogelijk. Rakelings reden we langs twee fietsers. Ik wist niets te zeggen. Nou ja, dat racebaas Razali van het GP circuit van Maleisië de Formule 1 ‘een peperdure slaappil’ had genoemd. Maar dat leek me niet bijster verstandig.
‘Die Finse steward haat hem gewoon. En Raikkonen, waar komt die ook alweer vandaan? Nou?’ Hij remde hard voor een stadsbus. Mijn tas rolde van de bank ‘Precies! Doorgestoken kaart! Ha! Vriendjespolitiek!’ Met dik zeventig kilometer per uur draaiden we het stationsplein op.
‘Nog een lange dienst vanavond?’, vroeg ik ter afscheid. Er volgde een Groningse grom: ‘Zeum uur kloar.’
Ik stapte uit. ‘Bedankt voor de rit, kerel. Hou vol.’ Nog vijf minuten. Dan vertrok de intercity naar Zwolle.
staging2.brettsnap.nl
brettcolumn@hotmail.com
Meer foto's
