arend spijker stopt als boswachter maar hij blijft kritisch

“Alles van waarde is weerloos”, schreef Lucebert.  En natuur is weerloos en heeft beschermers nodig! Daarvoor zal ik mij blijvend inzetten!  

Met die woorden sluit Arend Spijker de brief af, die hij schreef nadat hij stopte met zijn werk voor Staatsbosbeheer.

De hele brief van Arend Spijker:

Ik ben geboren en getogen in Rouveen. Als jochie van 4 a 5 was ik altijd al gefascineerd door de natuur. Ik luisterde vaak met rode oren naar de verhalen van mijn pa. Over vroeger, toen Rouveen nog (deels) rouw veen was.  Over de tijd van voor de ruilverkaveling.  Verhalen over hooien in de Olde Maten. Over de jonge mannen, die ’s ochtends heel vroeg , al vanaf een uur of 4, kilometers moesten lopen over de smalle stroken grasland om bij het hooiland te komen.  Grasland wat alleen maar gehooid kon worden omdat het daar geen land- maar ook geen water was, er zat daar een dik pakket (laag)veen.  Zelfs bemesting gebeurde daar niet.

In mijn gedachten zag ik ze lopen, de zeis op de rug en de theekan aan de riem.  Tegen een uur of negen kwamen dan de jonge meiden met bundels pannenkoeken om de harde werkers eten te brengen. ‘Ik zag ik ze lopen door het harde, blauwe gras. Het ‘blauwgras’, wat geen gras was, maar het was blauw, door de vele zeggesoorten. 

Ook  oorde ik de verhalen over de vele kievietstulpen, die toen nog bloeiden in die hooilanden daar.  En als het hooi opgehaald werd gebeurde dat nog met de bok, een grote punter. Ja dat waren de spannende verhalen van mijn ouders.

Eigen herinneringen
Maar ik heb daar ook zelf nog prachtige herinneringen aan! Regelmatig gaan mijn gedachten weer terug naar mijn jeugd, in de jaren vijftig/zestig van de vorige eeuw. Dan zie ik weer de kemphanen, vechtend in de berm van de weg, waar ik ’s ochtends vroeg samen met mijn vader langs fietste om de koeien te melken.  En in mijn gedachten hoor ik nog de korhanen baltsen. Terwijl ik de koeien aan het melken was, hoorde ik de korrende en sissende geluiden van de korhanen in het natuurgebied wat tegen ons weiland aanlag (de Veerslootslanden). 

In gedachten zie ik nog die ‘vreemde man’, verscholen achter een landhek, die met een verrekijker naar de kemphanen, grutto’s, tureluurs, veldleeuweriken en vele andere weidevogels zat te turen. Ik zie nog steeds dat natuurreservaat waar de ruilverkaveling gelukkig geen invloed op had gekregen.

Het is er nog steeds! Een oud boerenland, waar nog nooit bemesting op heeft plaatsvond, er werd alleen een keer per jaar gehooid.  Grasland met een rijke kruidenvegetatie, een blauwgrasveldje waar, door de verschillende zeggesoorten, het net lijkt of daar het gras blauw van kleur is. Waar nog de parnasia’s bloeiden, waar orchideeën, klokjesgentiaan, pimpernel en vele andere bloeiende plantensoorten, in een pallet van prachtige kleuren, het veld opfleurden.

Ik zie boswachter Beugelink nog op zijn bromfietsje het gebied bewaken,  alsof het zijn eigen voortuin was. Niemand behalve de boswachter en wat onderzoekers, mochten daar komen.  Dat was voor ons ook vanzelfsprekend, daardoor bleef het in mijn beleving ook een paradijsje, waar de mensen alleen vanaf de kant, net als naar een oud kwetsbaar schilderij, van mochten genieten. 

Ook zie ik mij in mijn gedachten nog zitten bij mijn vader achter op de fiets, om in de avondschemering bij de Staatsbossen naar reeën te kijken. Wat een verrassing als er een das, plotseling het bospad overstak, ja die zaten daar toen ook nog! 

In mijn gedachten denk ik nog vaak aan die prachtige momenten waar je alleen was in, en met die mooie natuur.  En meestal was je daar ook alleen, want wie kwam je daar nou tegen? Niemand toch? Misschien een enkele ‘vogeltjeskijker’, zoals die ‘vreemde man’ met zijn verrekijker, en af en toe een boer die er voor zijn werk moest zijn. Of in de winter een eenzame boerenjager die daar met zijn hond liep te struinen en af en toe een haas schoot of een wilde eend.

Ik had een droom om ooit, net zoals die boswachter toen, ook boswachter te worden, ik wilde de natuur beschermen voor de ‘boze buitenwereld’. En eerlijk gezegd heb ik nog steeds een droom om kwetsbare natuur te beschermen.

Onze klienkinderen
Mijn ideaal is nog steeds om die mooie gebieden uit mijn jeugd te beschermen.  Die natuur uit mijn jeugd is en blijft, mijn referentie! Helaas veranderen tijden, inzichten en gebieden. Extensief beheer, waardoor veel planten en dieren volop kansen kregen werd intensief.  Door de moderne en intensieve landbouw verdwijnen oude landschappen en natuurwaarden en betalen wij een prijs.  Zoals ik de verhalen hoorde van mijn grootvader en vader, zo mag ik nu de verhalen doorvertellen aan mijn (klein)kinderen. 

Veel soorten zijn al verdwenen of zijn heel zeldzaam geworden, enkele andere soorten zijn er nu, die we toen niet tegenkwamen, maar het is niet te ontkennen dat de biodiversiteit nog steeds achteruit gaat. Kortom mijn (klein)kinderen, hebben duidelijk een heel andere referentie dan ik en mijn generatie hebben!

Maar ik hoop dat onze kleinkinderen mijn verhalen onthouden, verhalen van soorten die ik, en mijn generatie nog hebben gekend maar die mijn kinderen alleen kennen doordat wij ze aan hen doorvertellen.

Ik blijf dromen en hopen dat zeldzame soorten die sterk achteruit zijn gegaan, het nog redden. Dat oude landschappen worden beschermd, of weer worden hersteld. Dat de biodiversiteit niet verder achteruit gaat. En dat de soorten die kunnen profiteren van onze ecologische zones er ook gebruik van mogen maken. Ik blijf hopen dat mijn (klein)kinderen minstens nog van soorten als korhoenders, veldleeuweriken en grutto’s mogen en kunnen genieten.

En wie weet maak ik nog mee dat mijn kleinkinderen mij meenemen naar de Sallandse Heuvelrug of naar het Vechtdal, om daar te gaan luisteren en genieten van burlende herten.

Staatsbosbeheer
Als klein jochie keek ik al met jaloerse blikken naar alle staatsbosbeheerders, wat zou ik graag bij die organisatie willen werken!  Nu ik daar op terug kijk kan ik alleen maar zeggen; wat fijn dat ik bij die club heb mogen werken!

Ondanks dat ik mij wel eens zorgen maak over bepaalde ontwikkelingen en veranderingen binnen onze organisatie, vind ik Staatsbosbeheer nog steeds een prachtige organisatie, en ik ben blij dat ik daar heb mogen werken.  Hartelijk dank daarvoor!

De komende tijd zal ik mij zeker blijven inzetten, en mij bezig blijven houden met zaken rond natuur en landschapsbescherming.  En het kan daarbij best eens voorkomen dat er conflicterende zaken zijn waar we dan verschillend over denken en ook verschillend mee om gaan.

Daarbij wil ik nu al vast zeggen dat ik altijd zal pogen om de natuurbelangen te behartigen en in mijn ogen, zijn dat altijd algemene belangen!  Het gaat daarbij nooit om mij zelf, mijn eigen belang of om mijn sector!  

“Alles van waarde is weerloos”, schreef Lucebert.  En natuur is weerloos en heeft beschermers nodig! Daarvoor zal ik mij blijvend inzetten! 

Meer foto's

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.