Heino,21 juni 2017.
Aan: College van Burgemeester en Wethouders.
Geacht College,
Met interesse heb ik de bestuurlijke reactie van het college op het onderzoeksrapport De Zegge VII gelezen. Ik vond de inhoud en omvang van de reactie , gelet op de lange voorbereidingstijd, nogal summier. Kennelijk dacht het college hoe minder we opschrijven hoe minder we hoeven te verantwoorden. Het zij zo. Eén passage van de bestuurlijke reactie van het college op het onderzoeksrapport De Zegge VII roept bij mij nogal wat vragen op. Twee hiervan zijn zo ‘brandend’ dat ik hier graag zo snel mogelijk antwoord op wil hebben.
‘De keuze om te komen tot de worst case benadering is een ambtelijk advies geweest aan de projectleider en besloten in de projectgroep. Er zijn geen openbare en niet openbare besluiten in de periode juni-oktober 2012 door het college genomen die wijzen op een bestuurlijke betrokkenheid bij de keuze tot de worst case benadering.’ Aldus de reactie van het college op het rapport van Marcel van Dam Ik vind het politiek bestuurlijk onbegrijpelijk dat een college dit met droge ogen durft te beweren.
Voordat de raad hier over gaat discussiëren wil ik graag duidelijk hebben wanneer wethouder Wagenmans tot bestuurlijk opdrachtgever benoemd is. Dit is m.i. cruciaal omdat een bestuurlijk opdrachtgeverschap nogal verplichtingen met zich meebrengt. De bestuurlijk opdrachtgever is eindverantwoordelijk voor het gehele project zowel inhoudelijk, financieel als voor communicatie naar college en raad. Hierbij verwijs ik naar de bijlage – De Rotterdamse Standaard voor projectmatig werken -.
Los van bovenstaande vraag wil ik graag weten waarom er geen financiële voorkeursmodellen en mogelijke plannen van aanpak van de sanering zijn geformuleerd. Het is toch vreemd dat deze keuze mogelijkheden aan college en raad is onthouden.
Hoogachtend,
E. den Daas
Meer foto's
