Ik kan er nog kwaad om worden, want bestemmingsplannen ontstaan niet uit het niets. Bestemmingsplannen krijgen betekenis op het moment dat de gemeenteraad officieel vaststelt dat alles wat erin opgenomen is, overeenkomt met hun bedoelingen. Dus als megastallen niet kunnen worden tegengehouden, dan is dat de uitdrukkelijke wens van de gemeenteraad. Niets meer en niets minder.
Dat geldt zeker voor wethouder Wagemans – daar is ie weer. Hij is immers portefeuillehouder en aanjager. Het zou hem en zijn volgers binnen de gemeenteraad dan ook sieren als zij zich niet zouden verstoppen achter een zielloos bestemmingsplan, alsof hen dat ook maar is overkomen. Wagenmans en de zijnen zouden eens lef moeten tonen door te zeggen dat zij grote voorstanders zijn van megastallen, dat ze hopen dat er nog vele gebouwd zullen worden in onze gemeente en dat ze er om diezelfde reden geen enkele waarde aan hechten dat al die stallen aan het zicht worden onttrokken met opgaande landschappelijke beplanting.
Zij die dat niet durven te zeggen, missen ruggengraat. Wagenmans vindt dat Straathof, “zoals iedere andere ondernemer”, in Mariënheem welkom is er zijn megastallen te bouwen. Maar wat krijgen we nou, mijnheer Wagenmans? Daar zit hem nu net de crux. Straathof ís niet als iedere andere ondernemer. Hij heeft in heel Duitsland beroepsverbod. De Rechtbank Magdeburg achtte vorig jaar onomstotelijk bewezen dat Straathof zich tegenover de hem toevertrouwde dieren, structureel, zwaar heeft misdragen. Ook achtte de Rechtbank, erger nog, het niet waarschijnlijk dat Straathof voor verbetering vatbaar is.
Het zal Wagenmans blijkbaar worst wezen.
Hans de Kort
Raalte
Meer foto's
