Sjaak Bruggeman doet de dat iedere week even: “Achter op het erf van het bouwvallige boerderijtje, hangt een torenvalkkast. Op het weggetje er naar toe steken grashalmen hoog boven het dek uit en slaan stuk tegen de grill van mijn auto. De bewoners zijn allang vertrokken en ik loop naar de kast in de laatste eik. Het vrouwtje torenvalk vliegt af en zit nog steeds te broeden op zes eieren.
Van hier loop ik in de lengterichting over het aardappelperceel. Naast me in de wei lopen zes jonge grutto’s. Boven mij alarmeren kieviten en verderop loopt een paartje scholeksters met jonkies. Mooi om te zien. De boer doet aan weidevogelbescherming.
Aan het eind spring ik het slootje over en onderweg naar het pad kom ik her en der bloeiend vingerhoedskruid tegen. Deze giftige maar erg mooie plant trekt hommels, bijen en vlinders aan.
Aan de noordoostzijde van het reservaat zit het rondje er op. En juist hier, op de punt van het rabattenbosje is het een komen en gaan van zangvogels. Het elzenbosje is veranderd in één groot zilvergrijs magisch en spookachtig spinselweb. De larve (rups) van de stippelmot zit hier in groepen van 20 tot wel 100 stuks op de takken van de struiken. Het vlindertje heeft zwarte stippels op de vleugels. Met het zijdespinsel beschermen ze zich tegen vogels en sluipwespen. Toch zal menig rups het niet overleven. Juist in deze tijd is het voor vogels een zeer welkome vitaminebron.
Dan zie ik een plukplaats waar een sperwermannetje de prooioverdracht doet aan het vrouwtje en hoor ik een koekoek roepen. Het staat genoteerd, ik moet gaan en ga hier later achteraan.
Meer foto's
