Zo is het ook begonnen met zonnepanelen, in Duitsland, waar één man (Herman Scheer, een man met visie) subsidie op zonnepanelen introduceerde. Vreselijk dure panelen, betaalbaar gemaakt doordat je 10 jaar lang 51 cent subsidie per kWh kreeg, kostendekkend gefinancierd uit 0,1 cent opslag voor anderen. Zo’n succes dat zonnepanelen in steeds grotere series gemaakt werden, de prijs ervan snel daalde, en subsidie niet meer nodig is. En zo gebeurde het vorig jaar op een zonnige winderige dag eind mei dat Duitsland voor het eerst alle centrales kon uitzetten omdat wind en zon het alleen aankonden. Niet dat Duitsland er al is, over het hele jaar gemiddeld is 33% van de energie duurzaam. Maar Duitsland is wel veel verder dan Nederland met zijn 6% duurzaam, wat door de aantrekkende economie zelfs niet meer wil stijgen.
Zonnepanelen geven hun stroom overdag, wanneer de meeste stroom nodig is, dat is prima. Windmolens wanneer het waait (dat is op zee bijna altijd), en de rest van de tijd stoken we nu centrales op afval, kolen of gas. Maar er komt een tijd dat zon en wind meer leveren dan er nodig is. Dan kunnen windmolens uitgezet worden (vaanstand) en zonnepanelen afgeschakeld. Dat is alleen wel jammer, omdat later de centrales weer moeten bijstoken. Opslaan van de overtollige energie voor later gebruik, daar is nu de ontwikkeling in nodig. Er zijn daarin twee sporen: oplaadbare batterijen, of waterstof. Oplaadbare batterijen, accu’s, kent iedereen. Opslaan in waterstofgas (H2) is minder bekend, maar voorlopig nog vooral toekomstmuziek.
Oplaadbare lithium-ion batterijen zijn er pas 15 jaar, en hebben in die tijd een revolutie veroorzaakt. Ze hebben compacte tablets en mobieltjes mogelijk gemaakt, elektrische fietsen, en in de bouw zie je haast niemand meer met snoeren sjouwen omdat bijna al het gereedschap oplaadbaar is. Elektrische auto’s op lithium accu’s komen steeds meer op de weg. Amsterdam verplicht op het nieuwe Centraal-station na elke 2 gewone taxi’s 1 elektrische taxi, dat wordt in juli 1 op 1, en volgend jaar moeten alle taxi’s elektrisch zijn.
Het explosief toegenomen gebruik van oplaadbare batterijen heeft voor een enorme prijsval gezorgd. Ze kosten nu nog maar 10% van wat ze tien jaar geleden kostten. De grote stimulator hierin is Tesla, de fabrikant van elektrische auto’s. De actieradius van een elektrische auto hangt af van de hoeveelheid batterijen, en die batterijen bepalen voor de helft de prijs van de auto. Tesla bouwt in de USA de z.g. Giga-fabriek voor oplaadbare batterijen. Als die volgend jaar helemaal klaar is, is het de grootste fabriek ter wereld qua grond oppervlak, en produceert die meer batterijen dan de hele wereldproductie van 2014, het jaar dat de bouw begon.
De Giga-fabriek is nodig voor de productie van de Tesla Model 3 elektrische auto, waarvan er ongezien al 500.000 van zijn besteld. Maar ook voor de opslag van stroom uit zonnepanelen overdag, om die stroom ’s avonds te gebruiken. Vergeet niet dat de USA meer zon heeft dan Europa: het ligt zuidelijker waardoor ook in de winter er genoeg zon is voor zonnepanelen. Amerikanen zijn dol op zelfvoorzienend, ze hebben weinig vertrouwen in de overheid en stroombedrijven, waardoor de vraag naar opslag in batterijen daar veel groter is dan hier.
Die prijs van lithium-ion batterijen daalt zo snel dat de elektrische auto over een aantal jaren goedkoper wordt dan één op benzine / diesel. Zodat we dan massaal willen overstappen op elektrisch rijden. Weer een game-changer, maar nu zonder subsidie.
Meer foto's


