Foto’s: Olst in Transitie
Het Soepcafé is een initiatief van Olst in Transitie in samenwerking met het Noaberhuus, De Bastiaan (het verenigingsgebouw van de Protestante gemeente in Olst) en de plaatselijke Plus-supermarkt. Een ploeg van zeven volwassenen en vijf kinderen bereidde een maaltijd van vier grote dozen met door de Plus beschikbaar gestelde over-datum-groenten, stokbrood en een fruittoetje, als statement tegen voedselverspilling. Ze waren verrast te merken dat je met overgebleven voedsel van drie dagen uit één supermarkt meer dan zeventig mensen te eten kunt geven.
100.000 euro
Van den Berg: “Heel veel voedsel wordt weggegooid terwijl dat niet nodig is. En niet alleen thuis, het begint al in de supermarkt. Zo vertelde filiaalmanager Ron Vermaning van de Plus hier in Olst ons dat hij jaarlijks voor wel 100.000 euro aan producten weg moet gooien. Heel veel mensen pakken bijvoorbeeld zuivel of drinken van achter uit het vak omdat de houdbaarheidsdatum daarvan verder weg ligt. Vooraan in het schap blijft hierdoor veel over dat uiteindelijk niet meer wordt verkocht. Als iedereen gewoon het pak zou pakken dat vooraan staat, dan zou dat heel veel verspilling schelen.”
Sociaal
Behalve bewustwording heeft het Soepcafé ook een sociaal doel. Marianne Poppenk, naast de Soepcafé-werkgroep ook actief voor het Noaberhuus, vertelde daarover bij de start van de maaltijd: “Op allerlei momenten kun je samen komen, maar tijdens het eten is dat natuurlijk helemaal prettig”.
Dat bleek dan ook duidelijk uit de vele gesprekken die tijdens de maaltijd plaatsvonden, tussen bekenden en tussen mensen die elkaar nog nooit eerder hadden ontmoet. Na afloop gaven veel deelnemers aan dat ze het initiatief zeer waardeerden, en niet alleen omdat het eten lekker was.
Jongeren
Aandacht vragen voor voedselverspilling is ‘hot’, bleek afgelopen zaterdag. Het eerste Olster Soepcafé viel samen met de World Disco Soup Day waarop jongeren overal ter wereld aandacht vroegen voor het probleem van voedselverspilling. “Dat we dit in Olst juist op de 29ste april hadden gepland, is stom toeval”, vertelt Ruurdtje van den Berg. “We lazen het pas ’s middags in de krant. Maar dit toeval is vast een goed teken”, lacht ze.
Ook in Olst was de jongste generatie actief betrokken bij de organisatie. Bij de aankleding van de zaal, met onder menukaarten en informatieve, door hen ingekleurde placemats, en bij de bediening van de gasten. Meisjes van tussen de 8 en 14 jaar liepen af en aan met soepkommen, borden, schalen salades, stokbrood en toetjes. Eén van de oudste gasten, een vrouw van 91, kon dat zeer waarderen. “Het is heel goed dat kinderen dit al vroeg meekrijgen”, zei ze. “Onze generatie die de oorlog nog heeft meegemaakt, zou het niet in zijn hoofd halen om eten weg te gooien, maar tegenwoordig doen mensen daar veel te makkelijk over.”
Omdat het Soepcafé zoveel positieve reacties losmaakt, gaat de werkgroep er een maandelijks evenement van maken. Eind mei is de volgende keer. Over de precieze datum is men nog in overleg.
Meer foto's
