opinie liever geen nedersaksisch als les op school

Nedersaksisch zou een verplicht schoolvak moeten worden, was in het nieuws. Reacties op die plannen werden door ‘het journaille’ vooral gezocht in de hoek van platpraters. Erik Hulzebosch bijvoorbeeld, met foto van Jolink van Normaal d’r bie. Tuurlijk vinden die het jammer.

Maar moet je platpraters naar hun mening vragen voor het beste antwoord? Komt over als de mensen van wc-eens vragen waarmee je de wc het beste schoonmaakt. “Wij van wc-eend, wij adviseren wc-eend!”

Door Harrie Kiekebosch

Wat is Nedersaksisch eigenlijk? Dat is een (net als het Fries) officieel erkende taal die gesproken wordt in de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland in ons land en in Nedersaksen in Duitsland. Als je dat op je netvlies hebt, en je vraagt dan nog eens of Nedersaksisch een verplicht schoolvak moet worden, dan zijn er al niet zo veel meer die voor zijn.

De echte vraag is natuurlijk of we het plat praten in stand moeten houden.

Mijn eerste antwoord is: laat dat de mensen maar lekker zelf uit maken. En mijn tweede antwoord is dat je er niks aan kúnt doen. Zoiets gaat vanzelf. Een taal is levend, past zich aan, dat gaat vanzelf. Alle tijd die je steekt in behoud ervan is zinloos.

Talen zijn ooit ontstaan in kleine gebieden. Het is niet zo dat er ooit iets als Nederlands was en dat er toen op verschillende plekken een dialectische vorm van gemaakt is. Het is andersom: er waren eerst allemaal verschillende manieren om elkaar iets duidelijk te maken (talen) en dat is naar elkaar gegroeid als een taal.

Die eerste talen had je in je eigen leefgemeenschap. En dat groeide een beetje naar de taal van de eerstvolgende leefgemeenschap omdat je (voor de handel bijvoorbeeld) wel eens bij elkaar over de vloer kwam. Zo’n volgende leefgemeenschap bezocht je eerst lopend, daarna te paard, vervolgens met een kar achter het paard, de fiets, de auto. En zo werd het steeds handiger dat een grotere regio dezelfde taal sprak. Om precies die reden kom je steeds meer Engelse woorden tegen: onze leefcirkel wordt groter en groter. We hoeven ons al niet eens meer te verplaatsen om met ver weg te praten. Voor sommige nieuwe woorden worden al niet eens meer andere dan Engelse versies bedacht.

In mijn jeugd hoorde ik in Salland pöaltie, poaltie, pössie, allemaal voor paaltje. Maar de boer die die dingen rondom zijn weiland zet, komt tegenwoordig ook vaker en verder van het erf af, dus die verschillende uitspraken zijn er vast niet meer. Dat een taal zich aanpast aan onze cirkel van leven, zie je trouwens in het Nedersaksisch grondgebied prima terug. De grens tussen Nederland en Duitsland is een horde. Daarom zijn de talen aan weerszijden anders.

Nederland is best uniek met zijn dialecten. Dat een Limburger en een Groninger niet te verstaan zijn in de randstad, dat is voor buitenlanders vaak heel raar. In Rusland verstaan ze elkaar van overal vandaan!

Of het jammer is dat dialect verdwijnt? Ik vind het meer jammer als je niet goed Nederlands kunt. Het argument dat je ‘taliger’ wordt, zelfs creatiever, als je meer talen spreekt, dat kun je ook ondervangen door kinderen al jong Engels of Duits erbij te leren. Het lijkt me dat je daar op lange termijn ook meer aan hebt.

Meer foto's

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.