Sjaak Bruggeman: “Onderweg naar het bos zie ik boerenzwaluwtjes overvliegen. En daar nog twee. De wind komt uit het zuidwesten en langzaam druppelen ze binnen. Het blije lentegevoel begint pas echt bij het zien van deze luchtacrobaten.
Een kekkerende havik in het bos, een roepende raaf vliegt over, een buizerd op het nest, een jongetje aan het vissen, een mountainbiker over het schouwpad en daar… een flits van een ijsvogeltje?
Was het er wel een? Ik hoop op een bevestiging en bij de waterinlaat loop ik geconcentreerd, achtervolgd door mijn eigen schaduw, het stroompje af. En ja hoor, daar in de bocht schiet hij weg. Een fractie is genoeg, prachtig blauwe rug en oranjerode borst, het was er écht een! Na enkele zachte winters zit de soort qua aantal behoorlijk in de lift. De populatie is met een geschatte populatie van 1000-1200 paren nog nooit zo hoog geweest
Eenmaal op de brede laan zitten een paar appelvinken op de grond te scharrelen en een tiental staartmeesjes doen hun kunstje in de hoge eiken. Het kan niet op vanmorgen. Maar snel, ik moet gaan, daar komt een dikke regenbui aan….”
Meer foto's
