Door Marten Jansen
“De eerste stap in ieder ontwerpproces dat ik begeleid is vrijuit dromen. ‘Waar word je nou echt blij van?’ Met die vraag voorkom ik dat mensen kiezen voor standaard oplossingen, omdat ze denken dat iets ‘nou eenmaal zo hoort.’ Totdat zij het bestemmingsplan van de kavel zien. Daar gaan de woondromen.
‘Ik wil niet naar het huisnummer hoeven te kijken om mijn huis te herkennen,’ zei een opdrachtgever laatst. Dat vind ik een mooie uitgangspositie. Het gaat erom dat je een fijn huis hebt, dat past bij je leven. En omdat ‘fijn’ voor iedereen iets anders betekent, is het hoogst onverstandig om voor een standaard woning te gaan. Bestemmingsplannen denken daar helaas anders over.
Een voorbeeld van de eisen die worden gesteld aan huizen op de ‘woonvelden’ in plan Salland II: maximaal twee lagen met kap, en goothoogte van minimaal 3, maximaal 6 meter, een puntdak (zadeldak), een voordeur in de voor- of zijgevel, metselwerk met gebakken stenen in gemêleerde aardse tinten (bruin/rood) en dakpannen in oranje/rood of rood/bruin.
Het resultaat van deze richtlijnen: woningen in de hele straat zien er ongeveer hetzelfde uit. De woondromen van mensen die er willen wonen kunnen voor een groot gedeelte de prullenbak in. En daar blijft het niet bij, want de regels in het bestemmingsplan zijn voor veel wijken ongeveer hetzelfde. En dus zien wijken er onderling ook uniform uit. Eenheidsworst, noemen we dat.
Met de richtlijnen in een bestemmingsplan willen gemeentes zorgen voor ‘kwaliteitsbewaking van de ruimtelijke plannen.’ Een soort smaakpolitie, maar dan voor woonwijken. Tot op zekere hoogte is die smaakpolitie fijn. Al is het maar om te voorkomen dat er straks nog woontorens worden gebouwd in Salland II. Wat mij betreft geeft die smaakpolitie echter (veel) te veel richting. In plaats van een boete bij rijden door rood licht, ga je op de bon als je niet in een blauwe stationwagen rijdt.
Mijn voorstel: daag toekomstige bewoners van een bepaalde woonwijk uit, in plaats van ontwerpers uit te dagen om iets te bedenken binnen een breed pallet aan restricties. Bepaal een thema op hoofdlijnen, bijvoorbeeld met verwijzingen naar streekeigen kenmerken, zonder daarmee direct al te veel beperkingen op te leggen. Het resultaat zijn wijken die leuker en frisser zijn, en waar mensen met meer plezier wonen.”
Meer foto's


