ook jan schokker stopt met zijn varkensbedrijf

De 58-jarige Raaltenaar is zowel lokaal (fractievoorzitter GemeenteBelangen), regionaal (destijds een van de initiatiefnemers van Biogreen in Heeten) als landelijk (in de jaren 90 als een van de initiatiefnemers van de vakbond van varkenshouders NVV) bekend.

Het varkensbedrijf van Schokker en zijn zoon is een zogenaamd vermeerderingsbedrijf met ongeveer 750 zeugen. De hier geboren biggen gaan na enige tijd naar andere vleesvarkensbedrijven, waar ze opgroeien tot ze slachtrijp zijn. Schokker zit al 40 jaar in het vak, de eerste twaalf jaar als bedrijfsleider en de laatste 28 jaar als eigenaar. Over het besluit om nu te stoppen, is lang nagedacht.

Toekomstperspectief
“Om bij te blijven en te vernieuwen, waren nieuwe investeringen hard nodig. Je gaat dan kijken naar het toekomstperspectief voor een gespecialiseerd gezinsbedrijf als dit. Volgens mij wordt het echter heel lastig om onze biggen te verkopen op een steeds concurrerender internationale markt. Bovendien krijg je als varkenshouder steeds weer te maken met nieuwe eisen, denk aan milieu en dierenwelzijn. Bij het maken van al die afwegingen heeft mijn zoon van 30 jaar gezegd dat hij eigenlijk te weinig kansen ziet om hier komende twintig jaar of zo verder te gaan.”

“We doen mee aan de Rood voor Rood-regeling. Er komen hier drie bouwkavels voor terug, daar betalen we de sloop van. We hebben ook met asbest te maken. Een paar jaar geleden tijdens de crisis waren dit soort bouwkavels in het buitengebied nog moeilijk te verkopen, maar de markt is enorm aangetrokken. Ik blijf daarnaast als fractievoorzitter van GemeenteBelangen actief in de gemeenteraad van Raalte.”

Nichemarkten
Schokker denkt dat er voor de varkenshouderij toekomst is in Nederland, maar dan gaat het om veel minder bedrijven. “Wat dat betreft deel ik de visie van bijvoorbeeld de Rabobank. Die zegt dat er van de huidige 5000 varkensbedrijven in Nederland rond het jaar 2020 misschien 1500 tot 2000 over zijn. Volgens mij is dat vooral de categorie grote bedrijven die in ketenverband voor de Europese of wereldmarkt vlees produceren. Plus bedrijven die bijvoorbeeld over flink wat grond beschikken, maar dat zijn er niet zo veel. Daarnaast heb je nog bedrijven die voor nichemarkten werken zoals de biologische afzet en speciale vleesconcepten. Dat kunnen zeker gezinsbedrijven zijn, maar het gaat om een klein deel van de totale markt. De meeste gezinsbedrijven zoals het onze hebben gewoon te weinig capaciteit om in slechte tijden voldoende financiële buffers op te bouwen om te kunnen overleven. Plus steeds weer nieuwe regels die weer geld kosten.”

Schokker heeft er moeite mee dat er, in tegenstelling tot de melkveehouderij, in de varkenshouderij zo weinig aandacht en steun is voor stoppers. “Ik krijg geen enkele premie en val onder geen regeling zoals nu bij de melkveehouderij gebeurt. Dat is eigenlijk best gek. Banken en overheid zeggen het beide; er zullen komende jaren zeker drieduizend varkensbedrijven stoppen, maar voor die stoppers gebeurt weinig of niks. Terwijl het ook in het belang van een economisch gezonde sector en de overblijvende bedrijven is. Dat saneringsproces zou je dus moeten ondersteunen.”

In de jaren 90 was Schokker samen met onder meer wijlen Wien van den Brink en Johnny Hogenkamp uit Dalfsen medeoprichter van de NVV, de Nederlandse Vakbond Varkenshouders. “De belangen van de varkenshouders stonden altijd voorop. Nu zie je dat we ondersneeuwen door de veel grotere melkveehouderij. Onlangs werd een regeling afgeschaft door de staatssecretaris. Dat pakt voor flink wat varkenshouders en pluimveehouders nadelig uit. Wien van den Brink had dan al direct gebeld, waar en wanneer gaan we in actie komen? Nu hoor je bij LTO toch weinig of niets.”

Biogreen
In Salland was Schokker tien jaar geleden een van de initiatiefnemers van de geflopte mestverwerkingsinstallatie Biogreen in Heeten. “We waren daar gewoon te vroeg mee, ook qua techniek. Het ministerie van landbouw garandeerde ons in 2007 dat groene kunstmest uit zo’n installatie binnen twee jaar officieel erkend zou worden als meststof. Nu is het tien jaar later en is het nog niet gebeurd. Als je van te voren rekent op 5 euro opbrengst aan groene kunstmest per kuub mest en het kost je uiteindelijk 15 euro per kuub, dan kun je dat niet opbrengen. Het is een negatief verschil van 20 euro per kuub. En dat maal 60.000 kuub per jaar, destijds de capaciteit van Biogreen.”

Meer foto's

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.